Is dit mijn plek?

Een ware zoektocht naar de plek waar hij zijn kwaliteit het beste kwijt kan, energie krijgt van wat er moet gebeuren en vooral de resultaten die eruit komen. Hij gaat het gesprek graag aan en is kritisch is zijn eigen handelen. Op zoek naar zijn plek binnen de continu veranderende zorg. Is dit zijn plek?

Hoe ik de zorg gevonden heb?

Eerst maar even voorstellen: Jakob, mens, man van Merel, vader van Ot en Teun en veteraan.
Laten we bij het begin beginnen. Lijkt mij het meest logisch.

Geboren in Zutphen en getogen in Deventer. Op school gaat het leren met wisselend succes. Alles is belangrijk voor mij behalve school. In deze tijd ben ik mijzelf behoorlijk kwijtgeraakt. Op mijn 17de ben ik terug naar Zutphen verhuist, mijn opa en oma hadden plek voor mij. Bij opa en oma vind ik wat rust. Zij bieden mij structuur en dat blijk ik nodig te hebben. Op het moment dat ik opgeroepen word als dienstplichtige baal ik als een stekker. Gelukkig weet mijn opa een verklaring “buitengewoon dienstplichtig” te regelen. In het bedrijf waar ik dan werk zijn ze niet gediend van mijn zelfstandigheid en ik mag gaan. Toch maar het leger in? Ach het is maar voor negen maanden. De verklaring wordt ingetrokken en ik mag mij melden in Eefde. Wat heb ik het hier naar mijn zin! Negen maanden wordt ruim tien jaar. Vele oefeningen en een aantal uitzendingen later ben ik een ervaring of twee rijker. Wat ik dan nog niet besef is dat hier heel veel heb geleerd. Kosovo, Bosnië en Afghanistan hebben mij iets extra gegeven. Wat dat precies is ben ik nog niet achter. Het laat zich het best verwoorden als een grote passie voor het helpen van mensen. Mensen die door de situatie waar zij in zitten een helpende hand nodig hebben. De eerste rode draad.

Eten

De tweede rode draad is eten. Waar ik soms geen eten had en andere momenten vijftien kilo te zwaar was is eten altijd aanwezig. Iedereen heeft eten nodig. Het doet superveel met ons. Alleen het ruiken van de pot eten van je moeder of oma trekt een la aan herinneringen en gevoel open.
Na mijn eervol ontslag begin ik een stukadoorsbedrijf. Als ZZP-er smeer ik alles aan wat nodig is. Vooral mijn broek en de steiger worden wit. Dit weet ik jaren vol te houden. Eten komt weer terug. Ik ga een paar keer helpen bij Merel op school. We gaan pannenkoeken bakken met de leerlingen…
Eén van de jongens heeft geen vertrouwen in zichzelf. “Ik kan dat toch niet?!”. Een uur later staat hij met twee pannen tegelijk de pannenkoeken door de keuken gooien. Hoe trots was hij? Ik hoop net zo trots als ik verbaast. Verbaast dat ik hier zo blij van werd! Om een kort verhaal lang te houden. Ik besluit met wat hulp dat dit een weg is om te bewandelen. Werken met mensen die geduld en vertrouwen nodig hebben. Dat is wat ik ga doen. Hoe? Als horeca-docent op het praktijkonderwijs. Superleuk toch?!

Woonbegeleider

Op naar de koksschool en zoeken naar een werkplek. Nu blijkt dat de horeca niet zit te wachten op een leerling van 38 die niet geremd is door enige ervaring in de keuken. Gelukkig krijg ik een kans bij het IJsselpaviljoen in Zutphen. Het is wennen. Ander salaris, meer uren, naar school, eerste kind. Ik leer een hoop dit jaar over de horecakeuken. Na het halen van mijn eerste diploma (supertrots) mag ik in een andere keuken gaan werken. Geen tapas maar a lá carte. Echt een andere sport. Het is lastig om het plan niet uit het oog te verliezen want koken vind ik echt heel, héél erg leuk! Ik blijf zoeken naar een ingang om de overstap te maken naar het onderwijs. Weinig te vinden. Wel zie ik een vacature. Philadelphia zoekt een woonbegeleider. Idee? De opleiding past in het plan… Beter salaris en minder uren…. Check! Ik solliciteer. Gelukkig zit deze organisatie te springen om mensen zoals ik. Enthousiast, levenservaring en de wil om een opleiding te doen. Ik voel mij op mijn plek bij deze organisatie en de bewoners waar ik mee mag werken. Ik krijg het gevoel dat het nu kan gaan beginnen. Alles wat ik geleerd heb in de afgelopen 41 jaar mag ik nu gaan inzetten. Binnen Philadelphia gaat de tijd als een speer maar daarover in deel twee meer.

Is dit mijn plek?

Wederom niet geremd door enige kennis of ervaring ga ik aan het werk als begeleider. Als leerling bij het cluster intensieve zorg van Philadelphia. Een kleine drie kwartier rijden tussen de weilanden aan de rand van landgoed Twickel. Eén begeleider op vier bewoners. Het is stevig aanpoten en het is vaak niet makkelijk. Gelukkig heb ik een aantal fijne collega’s die mij helpen met te leren omgaan met alles wat er voorbij komt. Diezelfde collega’s maken het mogelijk voor mij om alles uit mijzelf te halen. Iedere dag leer ik weer een hoop. Waarschijnlijk nog wel het meeste van de bewoners. Ik kan er niets aan doen maar ik sluit ze in mijn hart. Twee weken voor ik deze blog schrijf is, laten we haar Joséé noemen, overleden. Ik troost mij met de gedachte dat zij rust mag vinden.
In maand zes van mijn contract kan ik mij aanmelden voor een projectgroep. We gaan onderzoeken hoe wij onze bewoners onderdeel kunnen laten zijn van hun omgeving. Vooral zoeken naar het samen doen met de lokale ondernemers. Hier komt eten weer om de hoek kijken. De lokale ondernemers waar wij contact mee leggen zijn namelijk boeren. Ik word alweer enthousiast. Op 11 mei 2018 verhuizen wij met onze locatie naar een nieuwe locatie (Grasland) in Brummen. Mijn tweede diploma behaald (Trots!) en een nieuwe functie. Coördinerend begeleider en de mogelijkheid om HBO social work te gaan studeren.

Wat een energie!

De start van een nieuwe groep is interessant. Samen met het team de bewoners leren kennen. Allemaal bijzondere mensen. Ik bedoel ten eerste de collega’s. Wat een bevlogen mensen! Ieder op zijn of haar manier denken en doen om het beste in de bewoner omhoog te halen. Bijzonder fijn om weer te werken in een team. Iedereen staat voor elkaar klaar. Voor de lach en een traan. De bewoners zijn net zo bijzonder. Ze dragen bijzondere verhalen die ze met ons delen. Dit is waar ik voel dat ik iets kan betekenen. Een luisterend oor, grenzen stellen, samen koken, samen boodschappen doen en overzicht krijgen in het leven. Er echt zijn voor de mens. Geen dag is hetzelfde. Mensen zeggen dit wel vaker maar écht, geen dag is hetzelfde. De korte keten breid zich ondertussen uit. We hebben de samenwerking gevonden met een lokaal initiatief, twee boeren, een naburige locatie én een collega zorgverlener. Iedereen heeft hetzelfde doel. Wil ik het in één woord samenvatten dan kies ik voor SAMEN.
Wat krijg ik een energie van wat dit project gaat betekenen. Covid-19 heeft ook hier zijn invloed. We kunnen even niet bij elkaar op bezoek maar dat maakt het zoeken naar oplossingen niet minder.

Nu terug naar de titel: Zit ik op mijn plek?
Kan ik echt iets betekenen in het leven van anderen? Check
Kan ik mijn kern, voeding, inzetten om mensen meer met zichzelf en hun omgeving in contact te brengen? Check

Ja, ik zit hier op mijn plek…