Ronald Helder is een gedreven zorgprofessional met een missie: het doorbreken van ‘hokjesdenken’ in de zorg en het centraal stellen van de mens. Door persoonlijke ervaringen raakte Ronald intensief betrokken bij de gezondheidszorg, wat hem overtuigde dat het anders en beter kan. Met deze visie richtte hij Landgoed De Zwanenhof op, een plek waar mensen met dementie en hun partners in een veilige en mooie omgeving kunnen wonen. De Zwanenhof biedt ook ondersteuning bij burn-out, herstel na kanker en dagbesteding voor alle mensen die een zinvolle daginvulling (op welke wijze dan ook, en binnen en buiten) zoeken, lichtgehandicapten, waarbij innovatie en technologie een belangrijke rol spelen. Met een focus op menselijkheid en verbinding, streeft Ronald ernaar om zorg op een holistische manier vorm te geven, altijd geleid door de vraag: “Hoe kan ik je helpen?”

Een reis in de zorg

Ronalds reis in de zorgsector begon vele jaren geleden, aangedreven door zijn sterke wens om een verschil te maken in het leven van anderen. “Zorg gaat verder dan het fysieke, het raakt ook het emotionele en mentale welzijn van mensen,” vertelt Ronald. Deze holistische benadering is een constante in zijn werk, iets wat hem door talloze uitdagingen en waardevolle momenten heeft geleid. Deze ervaringen hebben hem gevormd tot de zorgverlener die hij vandaag is.

Bij Zwanenhof vond Ronald een plek waar zijn visie en waarden volledig tot hun recht komen. “Zwanenhof is meer dan een werkplek; het is een gemeenschap. Hier werken we samen met een gedeeld doel om de levenskwaliteit van onze cliënten te verbeteren,” zegt Ronald. Hij spreekt met trots over de manier waarop Zwanenhof zorg verleent, waarbij aandacht is voor zowel de individuele behoeften van cliënten als hun algehele welzijn.

Ronald deelt ook enkele persoonlijke verhalen die zijn diepe betrokkenheid omschrijven. Een voorbeeld dat hem altijd bijblijft, is dat van een cliënt die, ondanks grote persoonlijke uitdagingen, toch een stap vooruit zette dankzij de steun die hij bij Zwanenhof kreeg. “Het zijn momenten zoals deze die mijn werk zo waardevol maken,” zegt Ronald met een glimlach.

De kracht van een simpele vraag

Een vraag die Ronald vaak stelt in zijn werk is: “Hoe kan ik je helpen?” Het is een eenvoudige vraag, maar met een krachtige impact. Het stelt hem in staat om echt te luisteren en te begrijpen wat iemand nodig heeft. “Wanneer ik deze vraag stel, merk ik dat mensen zich gehoord en begrepen voelen. Het is een uitnodiging tot een open en eerlijke dialoog,” legt Ronald uit.

Hij herinnert zich verschillende situaties waarin deze vraag een doorslaggevend verschil maakte. Bijvoorbeeld bij een cliënt die moeite had om zijn gevoelens onder woorden te brengen. Door simpelweg te vragen “Hoe kan ik je helpen?“, creëerde Ronald een veilige ruimte waarin de cliënt zich comfortabel voelde om zijn zorgen te delen. Deze interactie leidde tot een dieper begrip en uiteindelijk tot een zorgplan dat specifiek was afgestemd op de behoeften van de cliënt.

Ronald gelooft dat deze vraag ook een uitnodiging is voor samenwerking. “In de zorg is het belangrijk om samen te werken, zowel met collega’s als met de mensen voor wie we zorgen. Door te vragen ‘Hoe kan ik je helpen?’, laten we zien dat we bereid zijn om er samen aan te werken,” zegt hij.

Verlies en verandering

Naast zijn professionele reis heeft Ronald ook diepe persoonlijke verliezen moeten verwerken, verliezen die zijn kijk op het leven en zijn werk in de zorg wezenlijk hebben veranderd. Het verlies van zijn beide dochters op jonge leeftijd is een tragedie die een blijvende impact op hem heeft gehad. Met voelbare emotie vertelt Ronald: “Het verlies van mijn dochters heeft mijn hele wereld op zijn kop gezet. Het heeft me veranderd, niet alleen als mens, maar ook in mijn werk in de zorg.”

Ronald geeft aan dat deze pijnlijke ervaringen zijn begrip van menselijke kwetsbaarheid hebben vergroot. Toch voelt hij zich ongemakkelijk bij het woord ‘ervaringsdeskundige’. “Hoe kan iemand ervaringsdeskundige zijn als het gaat om het verlies van je kinderen?” vraagt hij met oprechte verwondering. Voor Ronald klinkt het woord ongepast en te licht in de context van zo’n onvoorstelbare pijn. “Er is geen handleiding, geen expertise die je voorbereidt op zo’n verlies. Het is een leegte die je met niets kunt vullen, en het idee dat je er een deskundige in kunt worden voelt voor mij gewoon niet juist

Ondanks deze gevoelens erkent Ronald dat zijn ervaringen hem in staat hebben gesteld om anderen op een dieper, empathischer niveau te begrijpen en te ondersteunen. Hij gebruikt zijn eigen pijn om anderen beter te helpen, maar benadrukt dat het niet gaat om deskundigheid, maar om medeleven en verbinding. “Mijn ervaringen hebben me veranderd, maar ik zie mezelf niet als deskundige op dit gebied. Wat ik kan doen, is er zijn voor anderen, luisteren en hen steunen, zonder pretentie van kennis of expertise.”

Deze persoonlijke ervaringen hebben Ronald bewust gemaakt van de kracht van medeleven in de zorg. Zijn benadering is gericht op oprechte menselijkheid, altijd geleid door de vraag: “Hoe kan ik je helpen?” Ronalds verhaal laat zien dat echt begrip van verlies niet komt door het te benoemen, maar door het met open hart en handen tegemoet te treden. Dit maakt hem tot een unieke en empathische zorgverlener.

De toekomst van de zorg

Wanneer Ronald nadenkt over de toekomst van de zorg, is hij optimistisch, maar ook realistisch. Hij erkent dat er nog veel uitdagingen zijn, maar ziet ook kansen voor verbetering en innovatie. “De zorgsector verandert continu, en we moeten bereid zijn om mee te veranderen,” zegt Ronald.

Bij Zwanenhof worden voortdurend nieuwe initiatieven ontwikkeld om de zorg te verbeteren. Ronald spreekt over de introductie van nieuwe technologieën en methoden die het werk efficiënter maken en de kwaliteit van de zorg verhogen. “We moeten blijven innoveren en luisteren naar de behoeften van onze cliënten. Dat is de sleutel tot het leveren van uitstekende zorg,” voegt hij toe.

Ronald gelooft ook sterk in de kracht van empathie in de zorg. “Technologie kan ons werk ondersteunen, maar het is empathie die de kern vormt van goede zorg. We moeten de mens achter de patiënt blijven zien en ons blijven afvragen hoe we hen het beste kunnen ondersteunen,” zegt hij.

Zorg draait om mensen

Ronald sluit het interview af met een krachtige boodschap: “In de zorg draait alles om mensen. Het gaat om empathie, betrokkenheid en het vermogen om echt naar anderen te luisteren. Door de simpele vraag te stellen ‘Hoe kan ik je helpen?’, openen we de deur naar betere zorg en een betere toekomst.” Hij nodigt iedereen uit die geïnteresseerd is, om meer te weten over zijn werk of om samen te werken aan initiatieven in de zorg, om contact op te nemen. “We hebben allemaal een rol te spelen in het verbeteren van de zorg, en ik geloof dat we samen door elkaars hand vast te houden grote dingen kunnen bereiken,” besluit Ronald met een glimlach.

Ze is nog maar 24 jaar en heeft inmiddels drie jaar werkervaring binnen de zorg en voornamelijk in het ziekenhuis. Eerst op de afdeling Neurologie en Stroke Care Unit, vervolgens op de afdeling Neurochirurgie. Haar drijfveren om in de zorg te werken? Niet alleen vindt ze het heel leuk om met mensen te werken, ook was biologie een van haar favoriete vakken op school. En uiteindelijk is de serie Grey’s Anatomy ook een belangrijke reden geweest om te kiezen voor dit vak.
Hobby’s? Festivals en reizen! Tijdens de opleiding heeft ze voor haar stage vijf maanden in Tanzania gewoond.

Sinds maart 2021 werkt ze op de afdeling Neurochirurgie. In tegenstelling tot haar haar vorige baan, waarin ze een grote mate van zelfstandigheid in werken heeft ontwikkeld, wilde ze nu meer uitdaging. Er lag een sterke behoefte om weer nieuwe dingen te leren. De kans was er, dus greep ze deze met beide handen aan. Overigens was het een hele omschakeling voor haar, maar aan uitdaging geen gebrek.

Neurochirurgie, de afdeling en werkzaamheden

Post operatieve zorg voor patiënten die een operatie nodig hebben aan het hoofd of ruggenmerg. Een uitdagende werkinvulling van de dag is een understatement. Er wordt specialistische zorg verleent aan patiënten die bijvoorbeeld door een trauma (ongeluk) een behandeling nodig hebben. Maar ook voor patiënten die voor een biopt op de afdeling terecht komen. Bijzonder vindt Daphne de gedragsverandering en de cognitieve uitdagingen waar de patiënten mee te maken krijgen wanneer er problemen met de hersenen zijn.

Hoe ziet een doorsnee werkdag eruit voor jou?

Wij beginnen de dienst met het inlezen van de rapportage van de collega’s van de aflopende dienst. Het is dan de bedoeling om een zo goed mogelijk beeld te krijgen van de patiënten die er liggen en welke bijzonderheden er zijn. Vervolgens krijgen we een gezamenlijk overdracht waarbij er ruimte is om nog vragen te stellen. Daarna loop ik bij de patiënten langs om te zien hoe het gaat.

Hoe zag jouw studieloopbaan eruit?

Na het voortgezet onderwijs, waar ik de havo heb gedaan, heb ik me aangemeld voor de opleiding HBO Verpleegkunde technische stroom. Het is een combinatie van de opleiding Verpleegkunde met de opleiding tot operatieassistent of anesthesiemedewerker. Ik heb gekozen voor operatieassistent. Het verlossende antwoord, na een strenge selectieprocedure, was een grote opluchting. Ik was toegelaten en ik zag mezelf al staan in de operatiekamer. Vervolgens ben ik begonnen aan de opleiding, ik was nog maar 17 jaar. Zo leergierig als ik was, ging ik aan de slag. Een combinatie aan perfectionisme en een enorme drang om het aan te gaan. Twee HBO opleidingen in vier jaar tijd. Mijn eerste operatie waar ik bij mocht zijn, intens en indrukwekkend. Overigens heb ik toch besloten om na het eerste jaar de focus te leggen op verpleegkunde. Na mijn oriëntatiejaar als operatieassistent heb ik toch de moed gehad om deze keuze te maken. Het voelde een klein beetje als falen gezien de zware selectieprocedure en de tijd die de opleiders en collega’s in mij hadden geïnvesteerd.

Doorstuderen of specialiseren?

Ik ben nu bezig met de vervolgopleiding Neurologie verpleegkundige, een opleiding die 14 maanden duurt. Het is een specialisatie/verdiepende opleiding, aangeboden vanuit de Radboud Health Academy. Met ongeveer vier lesdagen in de maand, vrijgesteld door mijn werkgever, mag ik me hier in verdiepen. Voorlopig ligt hier mijn focus. Daarna? Mijn droom is de spoedeisende hulp. Daar zou ik graag naartoe willen werken, omdat mijn afstudeerstage op de afdeling Acute Opname was. Een afdeling waar alle specialismes bij elkaar komen en afwisseling/dynamiek enorm groot is. Ook hier is een vervolgopleiding voor nodig, de Spoedeisende Hulp opleiding. Ook deze duurt in totaal 14 maanden.

Mijn vader, mijn voorbeeld

Ik ben, zoals de meeste mensen me kennen, een echte levensgenieter. Ik wil het maximale uit het leven halen en dat komt doordat ik op jonge leeftijd (15) mijn vader verloor. Het was een moeilijke periode maar het heeft me wel gemaakt tot wie ik ben vandaag de dag. Zelfstandig, volwassen en een tikkeltje onzeker. Mijn vader werkte super hard voor ons, hij zorgde er altijd voor dat we niets tekort kwamen. Na zijn overlijden kwam mijn moeder er alleen voor te staan die deze rol meer dan goed vervulde. Van mijn ouders heb ik geleerd om door te zetten en niet zomaar op te geven. Ik neem mee dat wat ik doe, met passie moet doen. Ik sta voor wat ik doe en geef niet op!

Reflectie

Werken in de zorg vraagt kan veel van je vragen. Het is niet alleen een dienst draaien, afsluiten en naar huis. Wil je beter worden in jouw werk, dan is er meer nodig. Zelfreflectie, een must volgens Daphne. Als je hier niet over beschikt, dan weet je ook niet waar je verbeterpunten liggen. Hoe kun je groeien als er niet voor openstaat? Een terechte vraag, zo stellen we vast. Zeker omdat het gevolgen kan hebben voor de patiënt waarmee je werkt.

Wat is jouw boodschap aan studenten die op het punt staan een keuze te maken voor een vervolgopleiding?

Het is natuurlijk niet alleen billen wassen. Er is veel meer, het gaat om mensen die je mag helpen in de meest kwetsbare en moeilijke momenten in hun leven. Een operatie die het leven zou kunnen veranderen en/of verbeteren. Er kan zoveel meer en je bent echt van betekenis voor de mensen die je hard nodig hebben.

Werving van studenten?

Werving van verpleegkunde studenten mag zeker meer aandacht krijgen. In mijn testimonial (link) sta ik stil bij hoe dat nu gaat. Ik vind het belangrijk dat we moeten beginnen bij het voortgezet onderwijs en daar veel meer aandacht aan mogen besteden. Nu is dat nog veel te weinig en ik denk daar graag in mee.

Mijn leven heeft het afgelopen 2 jaar een enorme professionele shift doorgemaakt, alles kwam in een stroomversnelling en de hoeveelheid kansen die mij geboden werden om het verpleegkundig imago op te krikken waren overweldigend. De mensen die met mij mee begonnen te lopen het afgelopen jaar waren de mensen waar ik mij aan spiegelde, de mensen die ik bewonderde en die zich echt durven uit te spreken als het erom draait. Mee mogen lopen in dit gezelschap was, dacht ik altijd, volledig out of my league.

In basis ben ik een zorgverlener en in mijn overtuiging was ik altijd een niet al te beste zorgverlener. Mijn opleiding had mijn 20 jarige zelf er van overtuigd dat mijn afwijkende beroepshouding en mijn sociale kwaliteiten niet past binnen een beroep als dit. Ik zette mezelf dus neer als de underdog, ik had al mazzel genoeg dat ik mocht functioneren in dit beroep dus vooral niet de boventoon voeren en je werk doen. Men zit niet te wachten op mijn mening. Mijn bewondering echter voor de verpleegkundigen en voor het verpleegkundig vak bleven enorm. Bij bewondering bleef het want de stap om zelf de opleiding te gaan doen was te groot.

Tot ik in een burn out terecht kwam en mijn hele leven en mijn mindset onder de loep moest nemen om weer te kunnen functioneren. Ik had mijn eigen professionele rol zo klein gemaakt dat ik 3 dagen lang niet meer in staat was te lopen, fysiek niet meer in staat om mijn ene voet voor de andere te zetten. En dat heeft mij de stuipen op het lijf gejaagd, dat je verstand in staat is om je lijf volledig on hold te zetten.

Na mijn herstel was de les dat ik mijn verstand serieus moest nemen. Uitdaging dus. Ik besloot te springen. Ik verwachtte op dat moment van mijn zoon dat hij na de zomervakantie op een derde basisschool zou starten en dat hij daar zijn best zou doen. Hoe kon ik dat van hem vragen als ik zelf niet het lef had om hetzelfde te doen. Dus ik pakte zijn hand en we sprongen samen, hij op zijn volgende school en ik op de verpleegkundige opleiding. “Als je iets eng vindt” vertelde ik hem, “Zoek iemand die je vertrouwt, houdt die hand vast, doe je ogen dicht en spring. Gewoon springen van de hoge. Je angst blijft altijd achter op de duikplank.”

Ik begon mijn kunst te combineren met mijn schrijven. In eerste instantie om gewoon te toetsen wat ik deed, wat ik vond en hoe ik handelde bij mijn collega’s. Die stukjes werden gewaardeerd, mijn mening, mijn schrijfstijl en mijn kunst. Ze werden mooi gevonden en bij elk stukje dat gewaardeerd werd durfde ik mij weer wat kwetsbaarder op te stellen. Kwetsbaarheid bleek een kracht, een ondergewaardeerde en gevreesde kracht.
Mijn opleiding bleek een eye opener. Ik was al lang die verpleegkundige, die afwijkende houding werd enorm gewaardeerd en ik mocht zelfs middenin de Covid crisis op tv ons prachtige vak vertegenwoordigen.

Daarna kwam alles in een stroomversnelling. Dat promoten van het mooiste vak van de wereld mag ik inmiddels doen middels exposities en de stukjes die ik schrijf worden op het moment gebundeld, ze gaan vanaf mei 2023 de wereld over met mijn kunst om alle zorgverleners te inspireren en te verbinden onder de titel ‘Lofzang’. Langzaam begint de kracht van verpleegkundigen ook in andere sectoren belangstelling te krijgen. Ik zal in oktober mijn eerste gastles geven op Nyenrode business university die draait om de reflectieve vaardigheden van een verpleegkundige vormgegeven door een kunstenaar. Ik mag mijzelf inmiddels Artist in Residence noemen bij Kunst en Cultuur Aalsmeer, een heel mooi podium om elkaar weer te vinden en echt de mens weer te gaan zien te midden van alle stroomversnelling waar we zitten. Want dat is het mooiste wat er is, elkaar vinden, die prachtige mensen die vol passie staan te doen wat ze kunnen zien vertellen wat ze doen en daarmee alle mensen in hun omgeving meenemen in een stroom positieve energie.

Dat is ook wat ik in mijn volgende expositie weer zie, de Helden in de Jeugdzorg vanaf 13 oktober te zien in het Oude Raadhuis te Aalsmeer, prachtige vakmensen die staan te doen wat ze kunnen. Ondanks regels en bureaucratie echt de mens proberen te zien, daar weer een stukje in te hebben mogen meelopen is zo mooi. Het proces voorafgaand aan de expositie is eigenlijk het mooiste stukje.

Ik zie je, ik hoor je, laat mij begrijpen wat je doet en wat het met jou doet.

“Er zijn mensen die binnen de zorg jaren op eenzelfde groep kunnen werken. Ik kan dat niet, voor mij moet er ergens wat reuring zijn,” vertelt Gwen Stücklschwaiger in dit interview. “Er moet iets te overpeinzen en te ontwikkelen zijn. In de zorg zijn zoveel mogelijkheden. Ik ben op veel plekken geweest. Ik kom daar altijd iets brengen – mijn kennis en inzet, en iets halen – wat ik kan leren van anderen en waarin ik mijzelf blijf ontwikkelen.”

Gwen is 48 jaar en werkzaam als speltherapeut in de jeugdzorg en in de verstandelijk gehandicaptenzorg. Speltherapeut is zij niet altijd geweest, wel werkt zij al jaren binnen de zorg.

Waar begint jouw carrière?

“Ooit was ik een zijinstromer die vanuit de grafische industrie in de zorg belandde. Ik heb taken uitgevoerd die nu niet meer bestaan, zoals het letterlijk vormgeven van krantenpagina’s door papier te knippen en te plakken. Dan werd er een film van gemaakt en moest die per autokoerier naar de andere kant van het land. De grafische industrie ging digitaliseren. De banen lagen niet meer voor het oprapen en ik wilde graag vastigheid, omdat wij een huis wilden kopen en een gezin wilden beginnen.”

“Zo rolde ik, via een grapje van een vriendin die nog wel vacatures wist, in de gehandicaptenzorg. Dat was in Baarn bij Amerpoort. Ik was net moeder geworden en had gesolliciteerd op een functie als begeleider bij ‘zeer ernstig en ernstig gedragsgestoorde verstandelijk gehandicapten’. Ik kwam uit de techniek en had echt geen idee. Ik wist niet dat er ook andere doelgroepen bestonden. Ik reageerde vanuit mijn gevoel en dat werkte kennelijk goed, maar ik kon toen totaal niet onderbouwen waardoor dat goed ging. Wat was het dan dat ik deed? Ik weet nog goed dat ik voor het eerst een man moest scheren, een man die boven mij uittorende, en ik voel nog de onwennigheid. Niet weten hoe überhaupt een scheerapparaat werkt en dan ook nog zo intiem dicht bij een man dit te moeten doen. Je went snel aan dit soort dingen, maar in het begin kan dat wat spannend zijn. Het is belangrijk dat mensen die collega’s inwerken hier niet zomaar aan voorbijgaan.”

“Binnen een week had ik op die groep een eerste escalatie met een cliënt te pakken,” vervolgt Gwen. “Een nagel in mijn arm, waarvan ik nog steeds een litteken heb en een flinke dreun rijker. Toen maakte ik de balans op. Wat deed dit met mij? Zou ik dit aankunnen? Zou ik hiermee om kunnen gaan? Ja, dat zou mij lukken. Het was niet leuk, maar ik vond dat ik niet ‘van de leg was’ en ik zag dat de man in kwestie ‘even de weg kwijt was’ en dat het niet om mij persoonlijk ging. Ik werkte onregelmatige diensten, ons tweede kind werd geboren en ik volgde de hbo-opleiding SPH (nu is dit Social Work). Ik had nooit voor mogelijk gehouden dat ik een hbo-opleiding voor elkaar zou kunnen krijgen, maar dit bleek een schot in de roos. Ons derde kind werd geboren, dit was geen belemmering voor mijn studievoortgang.”

Ook binnen het werk werd er veel geïnvesteerd in ontwikkeling door middel van diverse soorten scholing, zoals een autismecursus en videotraining. “Ik deed een tweejarige opleiding leergangcoach. En zo ontwikkelde ik dat ik niet alleen op gevoel werkte, maar ook kon onderbouwen wat ik deed en waarom iets wel of niet werkte. Ik leerde hoe ik anderen hierin kon trainen en heb verschillende trainingen gegeven. Om mijzelf te ontwikkelen schreef ik het boek wat ik zelf miste toen ik in de verstandelijk gehandicaptenzorg begon ‘Gewoon een goede begeleider’.” (Via uitgeverij Boekenbent te bestellen https://www.boekenbent.com/shop/product_info.php?products_id=858 ).

Hoe ben je speltherapeut geworden?

“Ik heb ongeveer 18 jaar met veel plezier bij Amerpoort gewerkt. Ik heb mijzelf doorontwikkeld in verschillende taken en functies met verschillende doelgroepen binnen de verstandelijk gehandicaptenzorg. Vervolgens werd ik onrustig. Ik voelde dat ik niet meer op mijn plek zat. Ik merkte dat ik uitdaging en een juiste balans van taken miste. Maar wat dan wel, dat was mij nog niet duidelijk. Dus ik besloot op zoek te gaan. Want als je blijft zitten waar je zit, komt er ook niks nieuws op je pad. Ik sprak met mijzelf af een veilige plek te verlaten, me in het diepe te gooien. En ook al zou dit tegenvallen, vasthouden aan dat dit de enige manier was om mij verder te ontwikkelen.”

“Dus liet ik mij detacheren bij verschillende organisaties. Bij St. Philadelphiazorg ging ik vervolgens in loondienst, ook daar kwam ik een project tegen waar aardig wat werk aan de winkel was. Ik rolde daarna in de functie van leidinggevende op zeer pittige locaties. Maar ik was nog steeds bezig met mijn zoektocht naar wie ik zou willen worden. Naast de dynamiek van mijn werk had ik besloten een masteropleiding te doen om mijzelf te verrijken. Het werd de opleiding tot speltherapeut aan de CHE. Ik wilde graag weer iets meer bezig zijn met creativiteit en inhoud. Uiteindelijk heb ik, een half jaar na mijn masterdiploma, gesolliciteerd op de functie van speltherapeut bij Triade Vitree en heb ik de baan gekregen. Ook ben ik daarnaast mijn eigen speltherapiepraktijk Verbeeltenis gestart.
(www.verbeeltenis.nl) Ik voel mij als speltherapeut als een vis in het water. Alles wat ik in de jaren hiervoor heb gedaan en meegemaakt, komt nu samen.”

“De combinatie van werken in loondienst en een eigen praktijk hebben, vind ik erg fijn. Dat heeft te maken met verschillende accenten die deze twee werkplekken met zich meebrengen. Speltherapeut zijn is ontzettend mooi. Je bent zelf je instrument: als therapeut bouw je aan de relatie en spel is het middel, dus je moet overweg kunnen met uiteenlopend spelmateriaal.”

Zou je kunnen omschrijven wat er moeilijk is aan je vak?

“Dat ik met veel schrijnende levensverhalen te maken heb, maar juist die moeilijkheid is aan mij besteed. Ik weet vooraf de antwoorden ook niet, maar we gaan samen op zoek. Het is doorgaans complexe casuïstiek waarin kinderen klem komen te zitten.”

“Vaak zijn het problemen die opstapelen vanuit een voorgaande generatie. Ouders die zelf geen goed voorbeeld hebben gehad. Ik ga ervanuit dat alle ouders het beste voor hun kinderen willen, ook in situaties waarbij er bijvoorbeeld sprake is van misbruik of verwaarlozing. Daarmee zeg ik niet dat ik dit goedkeur, maar het komt ergens vandaan. Als ouders zelf geen voorbeeld hebben gehad van hun eigen ouders, hoe moeten zij dit dan goed doorgeven? Hoe laten zij zien hoe je relaties aangaat en onderhoudt, hoe je er voor de ander kunt zijn?”

“Deze ouders hebben iets nodig. Lukt het in samenwerking om de cirkel te doorbreken? In veel gevallen niet volledig, maar in sommige wel. De situatie verbeteren lukt tot nu toe altijd. In elk geval kun je voor een kind zelf van betekenis zijn. Je kunt een veilige haven zijn, een plek waar een kind even kan bijkomen. Waar het kind nieuwe vaardigheden leert en waar er samen veel plezier is.”

“De spelbeelden (dat is wat het kind laat zien in spel) kunnen zeer heftig zijn en mij ook echt raken. Een kind dat eerst een lieflijk hartje schildert en vervolgens het hartje overwalst met dikke klodders zwarte verf. Het feit dat het mij raakt, maakt dat ik mijn werk goed kan doen. Ik voel de pijn, de frustratie of het verdriet, maar in andere situaties ook het enthousiasme en de trots. Dit mag er allemaal zijn en waar nodig zet je interventies in, dat komt zeer nauw.”

Wat moet je kunnen om dit werk te doen?

“Om dit werk als speltherapeut te kunnen doen, moet je zelf psychisch gezond zijn. Je moet jezelf goed kunnen lezen en kunnen reflecteren om te weten ‘wat is van mij en wat is van het kind?’ Ook is het van belang dat je kunt kijken naar de kleine dingen, kleine stapjes zetten en in het hier-en-nu zijn. Het is nodig om goed te kunnen afstemmen, de vraag achter de vraag te zien en aan te sluiten bij wat nodig is. Dat is bij iedereen verschillend. En zelfstandig kunnen werken is van belang. We werken niet met een dichtgetimmerd protocol, maar kijken per situatie.”

Wat zou je willen zeggen tegen mensen die nog niet in de zorg werken?

“Ik zou zeggen, trek de stoute schoenen aan, ga ergens een kijkje nemen en ga in gesprek. Als je je leerbaar opstelt en handen uit de mouwen steekt dan kom je al een heel eind. Durf het gewoon, je hoeft het niet in een dag te kunnen!”

Margreet is werkzaam bij Buurtzorg Nederland als wijkverpleegkundige. Hiervoor heeft ze jaren in een algemeen ziekenhuis gewerkt, voornamelijk op de afdeling chirurgie. Haar passie ligt nu vooral in de palliatieve zorg. Dit is de afgelopen jaren gegroeid, aangezien ze veel palliatieve/terminale zorg heeft verleend. Ze vindt het moeilijk om het onder woorden te brengen, maar de palliatieve zorg is waar ze haar passie in kwijt kan. Sterven is het laatste wat we doen en daarbij zijn om steun te bieden en het iemand comfortabel te mogen maken, is dankbaar en voelt heel fijn.

Waarom verpleegkundige?

Als klein meisje wist ik al dat ik verpleegkundige wilde worden. Ik speelde altijd ziekenhuisje met mijn poppen. Een verbandje leggen, een arm van een pop halen en want deze was dan gebroken. De droom is nooit meer weggegaan. Voor mensen zorgen vind ik fijn, dit ook al vanaf toen ik klein was. Als klein meisje idealiseerde ik het natuurlijk. Toen ik wat ouder was, kwam Medisch Centrum West op televisie en toen wist ik het helemaal zeker. Ik word verpleegkundige. Dit was dus mijn droom en deze is uitgekomen.

Na de MAVO, ging ik de opleiding MDGO (Middelbaar dienstverlenings- en gezondheidszorg onderwijs) vz/vp volgen. Achteraf bleek de opleiding niet voldoende te zijn om in het ziekenhuis te kunnen werken. Daardoor heb ik ervoor gekozen om de opleiding MBO V als vervolgopleiding in te zetten. Deze periode was erg leerzaam en natuurlijk was niet alles leuk, maar wat ik als klein meisje op een pop deed, deed ik nu in het echt. Dit is was, en is nog steeds, mijn passie. Het klinkt heel cliché maar de dankbaarheid die ik terug krijg is het mooiste wat er is. Ik merk dat ik niet altijd stil sta bij wat mijn werk doet bij mijn cliënten. Een gebroken pols bijvoorbeeld, zorgt voor beperkingen in het dagelijkse handelen. Als ik je dan mag helpen, dan merk ik dat zelfs de kleine dingen het beroep mooi maken.

Zangles voor mij

Ik heb heel veel meegemaakt maar kan niet specifiek benoemen wat het leukste was. Wel weet ik dat elke dag anders is. Elke dag brengt je weer nieuwe mooie ervaringen. Wat ik mij wel altijd blijf herinneren, ik heb werkelijk totaal geen zangtalent. Bij een demente client zong ik altijd christelijk liederen, ze genoot hier enorm van. Wel zei ze altijd: Margreet je zingt zo vals als een kraai, op haar manier ging ze mij zangles geven. Daar zat ik dan als een brave leerling aan haar tafel en kreeg ik even zangles. Het was echt geweldig om te zien dat ze ervan genoot. Ook dan krijg ik een lach op mijn gezicht en denk ik hier doe ik het voor.
Het gaat niet alleen om het verrichten van handelingen voor de cliënten, maar er voor ze zijn is zoveel belangrijker. Als ze niet meer wist dat ik geweest was, gaf ze aan “u zei de glorie” is geweest vanmorgen. Mijn collega’s wisten dan meteen dat ik het was.

Relativeren en verder gaan

Het overlijden van cliënten kunnen er bijvoorbeeld voor zorgen dat ik paar lastige dagen heb. Ik heb dan even tijd nodig om bij te komen. Sommige cliënten heb ik heel lang in zorg gehad en daar heb ik een band mee opgebouwd. Een specifiek moment blijft mij nog altijd goed bij. In mijn begin tijd bij Buurtzorg hadden we rondom kerst zeven terminale cliënten. In de auto, onderweg naar een van de cliënten, was er kerstmuziek op de radio te horen. Aangekomen bij de cliënt verzamelde ik alle moed bij elkaar om vervolgens bij de cliënt naar binnen te stappen. Het contrast was groot, maar ik was er voor de cliënt en naasten. Schakelen tussen dit soort momenten hoort erbij. Als ik dan weer wegging, dan stond de radio weer aan en hoorde ik mezelf zeggen “Fijne kerst!”. Het is altijd schakelen in dit werk. Als je dan zoveel terminale cliënten hebt, is het heel fijn dat we nadien op kantoor met collega’s even samen zijn, even na kletsen en lachen. Dat doet goed en zo laad ik weer op voor de volgende dag.

Blijf jezelf

De veelzijdigheid en intensiteit kan voor de nodige druk zorgen. Ik probeer het daarom makkelijk voor mezelf te houden door dicht bij mezelf te blijven. Ik wil me niet anders voordoen dan wie ik daadwerkelijk ben. Ik heb geleerd om altijd aan te geven als ik ergens tegen aanloop. Ik loop liever even met een collega mee om te zien hoe het moet om de uitdaging vervolgens zelf aan te gaan. In het begin van mijn carrière was dat anders. Ik dacht dat ik er goed aan deed om alles aan te nemen en te zeggen dat ik het wel kon. Alles om mezelf te bewijzen, maar later bleek toch anders. Ik heb geleerd om mijn grenzen te herkennen en aan te geven. Door dicht bij mezelf te blijven, zorg ik ervoor dat mijn werk makkelijker wordt, maar vooral leuk blijft.

De zorg is goed maar moet beter

Ik vind de zorg nog altijd onderbelicht. Heel veel mensen weten niet wat er allemaal bij komt kijken en het is zeker niet alleen de “billen wassen”. Er wordt zorg verleend aan een persoon en niet alleen een gedeelte ervan. Het gaat om cliënt als persoon, dus als geheel. In mijn beleving gaan we daar nog te vaak aan voorbij. Mijn boodschap is dan ook: heb oog voor de mens in de zorg, zowel de cliënt maar ook de zorgprofessional. Helaas zien we van het laatstgenoemde dat veel van hen de zorg hebben verlaten. Oorzaak: te hoge werkdruk en te weinig personeel. Anderzijds zie ik dat de zorgprofessionals oog voor elkaar hebben, we zijn solidair naar elkaar en willen elkaar graag helpen, we waarderen elkaar.

Zorgscholingen

Een aantal jaren geleden ben ik met twee collega’s met dezelfde passie voor palliatieve zorg, congressen gaan organiseren onder de naam Palliatief in Balans. We vonden het belangrijk om Palliatieve zorg meer onder de aandacht te brengen. De vraag was hoog, we hebben een aantal uitverkochte theater congressen georganiseerd. En daar was corona, alles stond stil… Nu zijn mijn twee collega’s helaas gestopt en ga ik nu alleen verder onder de naam Zorgscholingen. Dit omdat ik nog niet klaar ben met mijn passie, want er valt nog zoveel te leren op dit gebied. Het is zo mooi dat ik op deze manier de mensen kan verbinden en dat we samen de zorg nóg meer kunnen verbeteren op dit vlak. Ik had nooit gedacht dat ik dit zou kunnen maar zo zie je maar de zorg biedt zoveel mogelijkheden. Op deze manier wil ik mijn steentje bijdragen.

Ik nodig je graag uit

De zorg is een mooi beroep, elke dag is anders. Je kan zoveel leren en doorgroeien. Er is zoveel mogelijk. Als je iets voor iemand anders wil betekenen dan is de zorg een uitgelezen kans om dit te bewerkstelligen. Ik nodig je uit om een dagje mee te draaien zodat ik je meer kan vertellen over mijn werk.

Nog altijd voelt ze de boosheid als ze ziet dat er lelijk gedaan wordt tegen iemand die ‘anders’ is. Iedereen is uniek, maar iedereen telt mee. Is dat dé reden waarom ze in de zorg is gaan werken?

Verzoekje

Ze is werkzaam als verpleegkundig specialist en vraagt zich af of het jou en mij ook opvalt? Ze is van mening dat het ons allen wordt opgedragen. Op haar beurt zet ze grote vraagtekens bij het spelen van een ‘rol’ in de media: “Laat haar maar op de achtergrond een bed opmaken en als het even kan ook nog een wit uniform aantrekken”. Waarom?

Kunnen we daar mee ophouden? We zijn een zelfstandige, hooggekwalificeerde beroepsgroep die het maar al te graag om een ander laat draaien maar nu is het tijd om duidelijkheid te scheppen. Er word veel te veel over ons gepraat, niet met ons.

“Helaas, we kunnen niets meer voor u doen”

Ik ben Jennifer Bergkamp en sinds kort mag ik mezelf een hooggekwalificeerde verpleegkundige noemen. En ik heb een specialisme Palliatieve zorg en Zorgtechnologie. Ik kom in beeld nadat je met een arts een “Helaas, wij kunnen niets meer voor u doen”-gesprek gehad hebt of als het niet langer om kwantiteit maar kwaliteit van leven gaat. Ik pak de regie binnen een netwerk van zorgprofessionals die met elkaar zorgdragen voor een waardevol einde. Dat houden coachende gesprekken in met cliënten en hun mantelzorgers, ziekte inzicht, verpleegkundige interventies, verpleegtechnische (risicovolle) handelingen, een analyserende blik en een behoorlijke intelligentie om dit allemaal te kunnen overzien en op tijd in te kunnen grijpen.
Daarnaast word ik ingezet als er vragen zijn over verantwoord thuis blijven wonen en hoe dit mogelijk te maken met technologische hulpmiddelen. Van tilliften tot slimme deursloten, van personenalarm tot lichtknopjes met afstandsbediening. Ik heb verstand van de aanvraagprocedures en de vergoedingen middels verzekeringen of WMO.

“Een leven lang leren”

Ik heb gekozen voor het prachtige vak verpleegkundige omdat ik het machtig vind om mijzelf te blijven uitdagen, het vak is namelijk een keuze tot een leven lang leren; het is mijn verantwoordelijkheid om op de hoogte te blijven van de laatste wetenschappelijke ontwikkelingen die nooit stil blijven staan, echt nooit!

Kunst van de zorg, maar wel autodidact!

Een verpleegkundige is een zelfstandige beroepsgroep die niet onder de verantwoordelijkheid valt van een arts en ik werk niet in het wit; dat heeft namelijk enkel een functie in de media en niet in mijn praktijk. Ik heb vijf van mijn collegae, echte vakmensen met passie voor wat ze doen, mogen portretteren. Vanaf 20 februari zullen deze portretten in pastel met hun verhalen te zien zijn in de expositie Helden in de Zorg. Een prachtige expositie volledig in het teken van de zorghelden en hun verhaal met naast mijn portretten ook prachtige foto’s van Erik de Rijk van deze mooie vakmensen in actie. En als je dan toch een kijkje komt nemen op de expo; doe dan gelijk mee met de nominatie van je eigen zorgheld en maak kans op een dinercheque voor 4 personen voor zowel jou als jouw genomineerde held!

Portretten bezichtigen?

Alle mooie portretten zijn van 18 februari tot en met 3 april 2022 te zien in de expositie HELDEN IN DE ZORG bij KCA in het oude Raadhuis, Dorpstraat 9 te Aalsmeer. Op vrijdagen, zaterdagen en zondagen tussen 14:00 en 17:00 uur ben je van harte welkom om te bezichtigen.

Voor de patiënt een spannend moment: net voor of na een operatie, voor mij is het mijn dagelijks werk. Op de recovery zien we patiënten in alle leeftijdscategorieën en van verschillende specialismen. Ik ben in 2011 begonnen in het Martini Ziekenhuis in Groningen en in 2015 als leerling recovery verpleegkundige. Tijdens de opleiding leer je alles over pré- en postoperatieve zorg, bijvoorbeeld welke risico’s verschillende anesthesietechnieken met zich mee brengen en hoe je moet handelen als zich een ongewenste situatie voordoet.

Ik neem jullie graag mee in een dagdienst bij mij op de recovery:
’s Ochtends beginnen we de dienst met een dagstart. We bespreken de planning en bijzonderheden van die dag. Vervolgens heeft elke recovery verpleegkundige de verantwoordelijkheid over maximaal drie patiënten. Aan het begin van mijn dienst weet ik niet welke patiënten ik na hun operatie zal opvangen. Voor de opvang van (acute) patiënten is wereldwijd een methodiek afgesproken, de ABCDE-methodiek. Deze methode gebruiken wij ook bij de opvang van onze patiënten. Het zorgt ervoor dat je de patiënt in de meest veilige volgorde ‘in kaart brengt’. Hierin maak ik natuurlijk ook gebruik van mijn opgedane kennis en ervaring. Als ik alle nodige informatie heb verzameld maak ik een risicoanalyse: welke problemen kan ik nog verwachten en wat onderneem ik als deze problemen zich voordoen? Zo ben ik voorbereid op een acute situatie. Het is in onze setting van belang om snel te kunnen schakelen en handelen. De situatie van een patiënt kan immers plotseling veranderen, bijvoorbeeld door een nabloeding. Ik moet dan prioriteiten kunnen stellen, handelen en delegeren aan collega’s zodat de patiënt opnieuw stabiel kan worden.
Voor communicatie met de anesthesioloog en chirurg hanteren we de SBAR-methodiek, waardoor ik kort en duidelijk de situatie van de patiënt én mijn vraag kan overbrengen.
Natuurlijk bestaat mijn werk niet alleen uit acute situaties. Ik maak een praatje met de patiënt, luister naar zijn/haar verhaal, informeer naar de pijnstatus en geef zo nodig pijnstilling, zorg dat de patiënt lekker in bed ligt en zich comfortabel voelt, meet een bloedsuiker of zorg voor een waterijsje. De zo belangrijke ‘kleine dingen’.
Als de meest urgente risico’s uit mijn risicoanalyse zijn afgenomen en de overgebleven risico’s beheersbaar zijn voor de verpleegafdeling, dan mag de patiënt weer terug naar zijn/haar kamer. Binnen het zorgproces van deze patiënt, zit mijn taak er nu op.
In het Martini Ziekenhuis is er sprake van een je en jij aanspreekcultuur waardoor er een gemoedelijke sfeer heerst. De anesthesiologen en chirurgen zijn laagdrempelig benaderbaar, wat de samenwerking prettig maakt.
Aan het einde van de dagdienst houden we een dagevaluatie. Hierin bespreken we het verloop van de dag. Wat ging goed en wat kan beter? Ons team bestaat zowel uit mannen als vrouwen van verschillende leeftijden. Er is veel kennis en ervaring aanwezig bij de oudere collega’s en de jongere collega’s geven weer nieuwe inzichten uit bijvoorbeeld de opleiding.

Sinds de komst van Corona in maart 2020 werden er minder patiënten geopereerd. Het aantal opnames van patiënten met Corona nam snel toe, zowel op de verpleegafdelingen als uiteindelijk op de Intensieve Care. Al snel bleek de vraag naar IC bedden dusdanig groot, dat er een nood IC werd ingericht bij ons op de recovery. Hier werden positief geteste Corona patiënten opgenomen en ook ons team werd voor deze zorg ingezet. Ik wist niet mij te wachten stond bij deze patiëntencategorie. Ik werd uit mijn comfortzone gehaald. Natuurlijk hebben een IC verpleegkundige en recovery verpleegkundige raakvlakken binnen het werkveld, maar toch zeker ook verschillen.
Gelukkig werd er goed op geanticipeerd: er werden scholingen ontwikkeld ter voorbereiding op het werken op de Corona Intensive Care. Ik vond het fijn om wat betreft kennis en kunde goed voorbereid te zijn. Met collegae van de anesthesie, operatieassistenten en verpleegkundigen vanuit de kliniek hebben we uiteindelijk de Intensive Care ondersteund. Ik heb het werken op de Intensive Care als intensief maar leerzaam ervaren. Het heeft veel indruk op mij gemaakt. Zo werden overgeplaatste patiënten van buiten de regio in de loop van de tijd bijvoorbeeld wakker in Groningen, soms angstig en zonder familie om zich heen. Dat wens je niemand toe. Maar ook daar werd weer het beste van gemaakt: zo ontvingen we van de familie foto’s die we bij het bed van de patiënt konden hangen. Daarnaast belden onze collega’s van de Intensive Care regelmatig via face-time met familieleden van deze patiënten.

Het vergde en vergt flexibiliteit van ons team recovery verpleegkundigen maar ook van onze collega’s op de Intensive Care. Samen hebben we onze weg gevonden in deze nieuwe setting. Het motto van het Martini Ziekenhuis “Samen voor de beste zorg” heb ik in deze hectische periode ervaren. Je ziet waar je binnen een kort tijdsbestek samen toe in staat bent! #teammartini.

Even voorstellen.

Ik ben Kübra Kara, 24 jaar en eigenaar van KARAkter – Jongeren Coaching en Begeleiding. Om jullie mee te nemen in mijn verhaal gaan we even een paar jaar terug in de tijd.

Wat wilde jij worden?

Ik wilde altijd richting economie gaan. Een onafhankelijke zakenvrouw wilde ik altijd worden. Maar ik had ook passie voor de zorg. Wat moest ik nou kiezen? Richting economie of zorg? (Antwoord: Beide!) Op mijn 15-jarige leeftijd was ik gezakt voor mijn VMBO-TL. Een klap in mijn gezicht. En nu dan? Mijn leven is voorbij, dacht ik. Jaar opnieuw of niveau 1? Of een VAVO-traject gecombineerd met een mbo-opleiding, zonder studievertraging. Ik wilde alles behalve vertraging oplopen. Ik heb gekozen voor het VAVO-traject gecombineerd met de mbo 3-opleiding Maatschappelijke werker.

Dit traject was in mijn jaar voor het eerst ingezet. Eis van mijn middelbare school was dat ik keihard moest studeren, wil ik beide opleidingen halen. Ik ben er mee akkoord gegaan.

Mijn nieuwe loopbaancoach van de mbo-opleiding wilde mijn doelen horen tijdens ons kennismakingsgesprek. Ik heb aangegeven dat ik zo snel mogelijk (dus in 3 jaar) niveau 4 wil halen. Dit was volgens hem onmogelijk. Volgens hem was dit niet haalbaar, aangezien ik gezakt was voor VMBO. Hij zei: ”Je mag blij zijn als je niveau 3 in 4 jaar haalt”. Wedden dat het wel mogelijk is?

Opnieuw voorstellen, de nieuwe Kübra

Even opnieuw: Hoi! Ik ben Kübra Kara en ik heb altijd in mezelf gelooft. Na het behalen van de diploma’s VMBO Theoretisch + Persoonlijke Begeleider Gehandicaptenzorg niveau 4 (in 3 jaar!) ben ik doorgegaan met een hbo-opleiding, Toegepaste Psychologie aan de Hogeschool van Amsterdam. Na het behalen van mijn propedeuse wilde ik meer uitdaging. Ik heb besloten om door te stromen naar een universitaire opleiding, Psychologie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam.

Hier ben ik dan. Ik ben momenteel bezig met 2 bacheloropleidingen: zowel hbo-niveau als universitair. Naast mijn thesis ben ik sinds 1 januari 2021 een ondernemer (Zakenvrouw!!! Haha). Maar hoezo ben ik voor mezelf begonnen?

Het moet anders!

Ik heb veel stage gelopen en vrijwilligerswerk gedaan tijdens mijn MBO en HBO opleidingen. Ik ben tot de conclusie gekomen dat er in de zorg te veel aan de regels gedacht wordt en niet aan de cliënten zelf. Hier denk ik anders over. Gesprekken gevoerd met afdelingsmanagers, omdat zij volgens de regels handelen terwijl de cliënt behoefte heeft aan passend onderwijs/begeleiding. Als stagiaire droomde ik ervan dat ik mijn eigen ‘baas’ zou worden en dat ik deze cliënten de begeleiding kan geven die ze nodig hebben om een volwaardig bestaan te kunnen leiden. Ik geloof dat we hen beter kunnen begeleiden door hen wél te zien en hun succes te laten ervaren. Daarom wil ik het verschil maken met mijn nieuwe initiatief: KARAkter – Jongeren coaching en begeleiding.

Wat doet KARAkter – Jongeren coaching en begeleiding?

KARAkter – Jongeren coaching en begeleiding ondersteunt jongeren om problemen zelfstandig op te lossen. De coach versterkt de competenties en de vaardigheden van de jongeren. Deze competenties en vaardigheden zijn nodig om de uitdagingen die de jongeren dagelijks ondervinden aan te gaan. Voor elk uniek KARAkter is er altijd uniek maatwerk. KARAkter analyseert samen met de jongere wat zij/hij nodig heeft. Voor meer info zie: www.karaktercb.nl.

Mijn droom heb ik dus waargemaakt. Ik ben gestart en ik ook nu weer laat ik niet los. Ik zal door gaan en voel me energiek en kundig genoeg om het verschil te kunnen maken.

Nóg een droom.

Ook heb ik een tweede droom. Na mijn master wil ik mijn eigen kliniek openen. Ik wil uiteindelijk functioneren als klinisch psychologe in mijn eigen kliniek. Wedden dat dit ook gaat lukken?

En jij dan? Wat is jouw droom? Kun jij je droom omzetten naar een doel? Welke doelen heb jij voor jezelf opgesteld? Wat ga jij eraan doen om deze doelen te behalen? In hoeverre geloof jij in jezelf? Wedden dat jij ook alles kan bereiken zolang jij in jezelf gelooft.”

Vragen of behoefte aan informatie? Voel je vrij en stel al je vragen aan mij.

Al zo lang ik mij kan herinneren draag ik al gekke sokken!

Op de basisschool waren dat vrolijke kleuren en stipjes, plaatjes van Donald Duck of Barbie. Toen ik wat ouder werd ben ik de gekke sokken blijven dragen.
Ik vond het gewoon leuk en dat is nooit meer overgegaan, gekke sokken zijn een passie geworden. En ik heb een goed gevulde sokkenlade met verschillende prints en thema’s. Als ik zwarte sokken nodig heb moet ik even zoeken.

Natuurlijk werd ik er vroeger wel eens gek op aangekeken, zeker omdat het nog niet echt hip was. Tegenwoordig is dat een heel ander verhaal. Bijna iedereen om mij heen heeft wel een paar gekke sokken in de kast! Zeker tijdens mijn werk als operatieassistente in het ziekenhuis zie ik veel mensen met kleurrijke sokken.

Operatieassistente

Ik heb de opleiding tot operatieassistent in December 2020 afgerond. Tijdens de opleiding viel het al gelijk op dat in het ziekenhuis iedereen met gekke sokken rondloopt. Dit zag ik tijdens mijn stages op de afdelingen, en ook bij de operatiekamers, recovery en holding. Alle personeelsleden hebben hetzelfde pak aan, dezelfde muts op en een mondmasker voor. Het enige wat echt onderscheidend vermogen geeft zijn de sokken die iemand draagt.
Het was ook mooi om te zien dat de grappige sokken de patiënten even afleidde van het moment. Even een leuk praatje over iets anders kan opluchten in een spannende situatie.

Sokkentrend

Buiten de ziekenhuizen is de vrolijke sokken trend ook steeds meer te zien. Dit geeft de wereld toch een beetje meer kleur. Het valt tegenwoordig op als iemand de ‘saaie’ witte of zwarte sokken aan heeft in plaats van een kleurrijk model.

Webshop

Tijdens mijn opleiding speelde ik al met het idee om iets te gaan doen met mijn passie voor sokken in combinatie met mijn vorige opleiding HBO Communicatie. Tijdens deze opleiding heb ik ook de minor Ondernemen gevolgd. Aan het eind van mijn opleiding tot operatieassistent heb ik in September 2020 de stap gezet om te starten met het verkopen van Gerse Sokken. Ik heb sokken ingekocht met de gedachte dat als het niets zou worden ik voorlopig geen sokken meer hoefde te kopen.

Gelukkig werd het Gerse Sokken concept heel goed ontvangen in mijn omgeving en kon ik mijn website al snel uitbreiden tot webshop. Het onderhouden en invullen van de webshop doe ik zelf. Dit omdat ik het erg leuk vind om te doen en het ook fijn is om het in eigen handen te houden. Zo kan ik snel schakelen als er nieuwe producten zijn.

De webshop breidt zich nu steeds verder uit met verschillende producten. Ik vind het door mijn medische achtergrond ook heel erg leuk om de sokken met medische prints te verkopen. De compressiekousen met vrolijke printjes draag ik zelf ook tijdens lange operaties. Het voorkomt vermoeide benen en ze zitten erg lekker. Deze kousen zijn stiekem mijn favorieten!
Samenwerkingen
Ik ben de afgelopen tijd ook in aanraking gekomen met andere bedrijven en vind het superleuk om met hun samen te werken. Ik verkoop nu van twee andere bedrijven sokken via mijn webshop, dit zal zich in de toekomst nog verder uit breiden. Ik kies de modellen die het beste bij Gerse Sokken passen en kan zo een uitgebreid assortiment aanbieden.
Er wordt ook gewerkt aan een eigen Gerse Sok, die komt hopelijk dit jaar op de markt! Dit wordt natuurlijk een vrolijk en kleurrijk model.

Goede doelen

Afgelopen weken heb ik mijn eerste actie gedaan voor het goede doel Pink Ribbon. Tijdens deze actie heb ik €125 opgehaald om te doneren tijdens Wereldkankerdag op 4 februari. Dit gaf echt een super goed gevoel en daarom volgt er binnenkort weer een nieuwe actie om een ander goed doel te ondersteunen. Het is ook heel gaaf om te zien hoeveel mensen de goede doelen een hart onder de riem willen steken. Zelfs in deze tijd!