Mijn eerste echte kennismaking met de zorg begint zo’n 12 jaar geleden, wanneer mijn moeder de diagnose Alzheimer krijgt. Ik kom voor het eerst op een gesloten groep of, zoals ik ooit las en wat vriendelijker klinkt; in een veilige omgeving.

Het was in die tijd dat ik begon met het volgen van een workshop clownerie. Met mijn theater ervaring was het spelen me al eigen, maar dit was toch andere koek! In tegenstelling tot een acteur, pel je bij de clown laagje voor laagje af, als een ui, zodat je uiteindelijk bij de kern van jouw bestaan uitkomt. Ik leerde mijn kwetsbare ik te tonen, verdriet echt te voelen tot in mijn tenen en bovenal voelde ik ontzettend veel plezier en vrijheid in het clownsspel. Ik besloot een opleiding tot clown te gaan volgen.

Al snel ontstond het idee om als Clown bij mijn moeder op bezoek te gaan. Mijn clownspersonage Spruit was inmiddels geboren. Ik was verrast welk effect mijn bezoek had. Mijn moeder leek iets in mij(n Clown) te herkennen. Bewoners werden actiever, lachten, zongen mee met een liedje, kwamen met verrassende uitspraken en leken meer te ontspannen. Verzorging was verbaasd over sommige reacties die zij zagen.

VisiteClowns

Het zaadje was gepoot. Vol verwachting keek ik uit naar de oogst. Ik startte mijn eigen bedrijf en kreeg het verzoek om voor mensen met dementie en mensen met een beperking te gaan spelen. Weggeblazen werd ik door de liefde en energie die ik terugkreeg na een bezoek. Wauw, wat voelde ik een dankbaarheid om dit werk te mogen doen. Dit werk blijkt zo welkom binnen de zorg. Welzijn op maat noem ik het. Bij elke bewoner ga ik zoek naar de ingang tot contact. Dat vraagt elke keer weer goed kijken, voelen en afstemmen. Kan ik deze persoon uitbundig tegemoet treden, of moet ik rustiger te werk gaan?

Moe maar zo voldaan zat ik na elk bezoek in de auto na te genieten. Geen theaterstuk voorbereiden, gewoon onbevangen, zonder plan, een huiskamer binnenstappen en….kijken wat er ontstaat. Met een rugzak vol tools en clowns technieken, dat wel. Spannend voor iemand zoals ik, die graag de controle heeft, maar hey… gaandeweg kon ik het loslaten en groeide mijn vertrouwen.
Dat zelfvertrouwen kreeg een boost toen ik aangenomen werd bij stichting VisiteClowns, een landelijke organisatie die op visite gaat bij grote en kleine mensen in zorginstellingen. Met telkens een andere collega heb ik al vele huiskamers en woongroepen bezocht, tot de pandemie uitbrak!
Het zijn die bezoekjes die ik nu zo ongelooflijk mis. Al geruime tijd kunnen we bij zorginstellingen niet meer naar binnen. Als er een ding is, wat we van deze hele pandemie hebben geleerd is dat nabijheid en fysiek contact van levensbelang is! En laten clowns daar nou net goed in zijn! Wat doe je als taal weggevallen is? Hoe communiceer je als iemand weggezonken in zijn eigen wereld lijkt te zitten? Als verdriet of boosheid overheerst? Als verveling om de hoek kijkt?

Toen de zorginstellingen dicht gingen, bedachten we een alternatief. Raambezoeken!
Clowns spel voor de ramen van huiskamers en woongroepen. En als we er toch zijn, waarom niet even met sop en zwabber over die ramen. Niet dat ze er per definitie ook schoner van worden maar t levert wel hilariteit op. Op deze manier konden we bewoners toch bereiken (zelfs in een hoogwerker op de boven- verdiepingen) en een lach tevoorschijn toveren. Zo ontstaan er mooie momenten: bewoners die meehelpen met het lappen van de ramen door aanwijzingen te geven. Samen een dansje maken. Bewoners die naar het raam toe komen en hun handen op de ruit leggen tegen die van mij(n Clown) aan… Zolang we nog niet naar binnen kunnen gaan we hier voorlopig mee door.

De mens achter de clown

Als je maandelijks bij instellingen terugkomt, leer je de bewoners kennen. Ik vind het pijnlijk om mensen met dementie achteruit te zien gaan. Zo speelden we ooit voor een schat van een man die we leerden kennen terwijl hij in een rolstoel zat. Het moment kwam daar dat hij alleen maar in bed lag. Die bewuste dag stonden we aan zijn bed, wat grapjes en muziek te maken; geen zichtbare reactie. Tien minuten stonden we daar zo. Geen zichtbare reactie. Tot het moment dat we afscheid namen en wegliepen. Bij het achterom kijken zagen we zijn hand langzaam onder de dekens vandaan komen, in onze richting wuivend, zo mooi! Een kleine reactie van grootse betekenis. Dan gaat op de gang de neus even af en pink ik een traantje weg.

Wijze les

Ik loop in de gang en zie een rollator staan. Die is van Meneer H, sinds kort een bewoner van dit verzorgingshuis. Rustig loop ik op hem af en voel dat ik dichterbij mag komen. Ik ga naast hem zitten en haal een muziekdoosje uit mijn tas. Fur Elise klinkt en ik neem waar dat hij luistert. We glimlachen naar elkaar. Opeens zie ik dat er een barstje in het doosje zit en zeg: kijk, een barstje, ziet u? Hij kijkt mij aan met zijn prachtige blauwe ogen en antwoord; Ach, als we ouder worden krijgen we allemaal een barstje.

Eens een clown, altijd een clown

Door een tekort aan personeel in de zorg, kon ik afgelopen drie maand aan het werk als welzijnsmedewerker bij een zorginstelling in Eibergen. Met de ukelele liedjes van vroeger zingen. De clown kijkt altijd over mijn schouder mee, Spruit is onderdeel geworden van Debora. De clown heeft mij geleerd anders te kijken. Ik benoem de dingen eerder; wat zie ik, ruik ik en ervaar ik? Ik kan met verwondering naar mijn omgeving en mensen kijken. We zijn geneigd alles maar ”gewoon” te vinden, vanzelfsprekend. Maar dat is het niet. Ook dat is een wijze les van de huidige pandemie.
Ik kijk reikhalzend naar het moment uit dat ik weer over de drempel van een zorginstelling stap en roep: we zijn er weer, hebben jullie ons gemist? Wij jullie wel!

We kennen ze allemaal. Die stereotyperende foto’s van artsen met hun stethoscopen, losse haren en hun armen vol sieraden. Medisch fotograaf Davy Rietbergen probeert hier verandering in te brengen. Zijn doel is het om de echte medische wereld zo te fotograferen, zoals hij werkelijk is.

Al vanaf mijn 16e fotograafeer ik en ligt mijn focus voornamelijk op sportfotografie. Wielrennen en vrouwenvoetbal heb ik jarenlang mogen doen. Vijf jaar geleden werd ik benaderd door een tandarts uit Roermond met de vraag of ik foto’s van zijn praktijk wilde maken. Wat volgde waren een hoop complimenten over deze foto’s. Maar meer dan dit heb ik er niet mee gedaan, totdat ik twee jaar geleden opnieuw benaderd werd door dezelfde tandarts. Wat begon als een kleine opdracht, is nu een serieuze job aan het worden. Het begin van medisch fotograferen.

DutchMedicalMedia

Vrij snel na deze eerste foto’s kreeg ik de smaak te pakken en startte ik een instagram-account: DutchMedicalMedia. Dat liep vanaf het begin aardig goed. Twee dagen voordat ik op vakantie ging heb ik dat account geopend en ben toen de hele vakantie alleen maar daar mee bezig geweest. Daarna kwamen ook snel andere aanvragen binnen.

Amerikaanse fotografie

De tandartsenpraktijken zijn heel leuk, alleen daar blijft het niet bij. Ik ben ook gevraagd om in ziekenhuizen de gebeurtenissen rondom een operatie te fotograferen. Dat niet alleen, want ook de poliklinieken en de intensive care units komen aan bod. Het allerbelangrijkste voor mij is dat ik foto’s mag maken die kloppen, niet afwijken van de realiteit en gewoon echt zijn. Ik wil af van de Amerikaanse fotografie van Shutterstock, dat zijn beelden die kloppen van geen kant. Die beelden zijn in scène gezet. Dat is niet de werkelijkheid. Ik wil echte beelden met echte mensen. Daarbij is het voor mij ook belangrijk om alle emoties van de werkvloer te laten zien. Niet het standaard plaatje maar de echte arts beelden. Ik wil in mijn foto’s laten zien, in die ruimte, wat er echt gebeurt in het werkveld.’

Leerzaam

Het leukste aan medische fotografie is de diversiteit en de verschillende situaties die plaats vinden. Daarbij heb ik zelf ook enorm veel geleerd. Veel mensen zeggen dat ze bang zijn om een operatie te ondergaan. Ik zie nu hoe operaties gaan en ik zie dat het zo erg helemaal niet is. De kans dat er iets fout gaat is zo klein. Als mensen mij dan vragen hoe een operatie gaat, zeg ik ook altijd dat er zo veel veiligheidsmaatregelingen zijn en dat er goed voor hen wordt gezorgd. Je hoeft echt niet bang te zijn dat er iets gebeurd. Dat leer je er zeker van. Dat probeer ik ook over te brengen in mijn beelden.

Door het scherm

De operatiekamer vind ik het meest interessant. Met mijn camera in de aanslag, sta ik klaar om de specialisten in actie te zien. Ik wil de verhalen in beeld brengen van de mensen die zulke ingrijpende en soms levens veranderende situaties moeten uitvoeren. De organisatie, focus, communicatie en samenwerking rondom een dergelijke operatie is niet alleen bijzonder, maar ook enerverend.

Of ik het eng vind om zulke operaties mee te maken? Nee, dat heb ik niet. Ik zet dat vrij snel uit. Ik fotografeer en dat wat ik voor me zie, dat zie ik eigenlijk alleen maar door mijn scherm. Bij het bewerken zie ik dan pas wat er echt gebeurd is, ik kan er wel goed tegen.

Naast dat ik het belangrijk vind om de werkelijkheid in beeld te brengen, en niet de ‘foute stereotyperende beelden’, vind ik het ook belangrijk dat de privacy van de patiënten gewaarborgd blijft. Er is nooit een patiënt op de foto’s te zien. Ik ben totaal niet geïnteresseerd in de patiënt. Ik fotografeer dan ook altijd zo dat deze niet te zien is. De patiënt hoort erbij maar is niet belangrijk in mijn verhaal. Het gaat om de artsen en medewerkers in het ziekenhuis. Ik laat ook meteen mijn foto’s zien. Dan kunnen ze nog zeggen of de foto’s goed zijn of niet. Een open communicatie vind ik belangrijk.

Een ware zoektocht naar de plek waar hij zijn kwaliteit het beste kwijt kan, energie krijgt van wat er moet gebeuren en vooral de resultaten die eruit komen. Hij gaat het gesprek graag aan en is kritisch is zijn eigen handelen. Op zoek naar zijn plek binnen de continu veranderende zorg. Is dit zijn plek?

Hoe ik de zorg gevonden heb?

Eerst maar even voorstellen: Jakob, mens, man van Merel, vader van Ot en Teun en veteraan.
Laten we bij het begin beginnen. Lijkt mij het meest logisch.

Geboren in Zutphen en getogen in Deventer. Op school gaat het leren met wisselend succes. Alles is belangrijk voor mij behalve school. In deze tijd ben ik mijzelf behoorlijk kwijtgeraakt. Op mijn 17de ben ik terug naar Zutphen verhuist, mijn opa en oma hadden plek voor mij. Bij opa en oma vind ik wat rust. Zij bieden mij structuur en dat blijk ik nodig te hebben. Op het moment dat ik opgeroepen word als dienstplichtige baal ik als een stekker. Gelukkig weet mijn opa een verklaring “buitengewoon dienstplichtig” te regelen. In het bedrijf waar ik dan werk zijn ze niet gediend van mijn zelfstandigheid en ik mag gaan. Toch maar het leger in? Ach het is maar voor negen maanden. De verklaring wordt ingetrokken en ik mag mij melden in Eefde. Wat heb ik het hier naar mijn zin! Negen maanden wordt ruim tien jaar. Vele oefeningen en een aantal uitzendingen later ben ik een ervaring of twee rijker. Wat ik dan nog niet besef is dat hier heel veel heb geleerd. Kosovo, Bosnië en Afghanistan hebben mij iets extra gegeven. Wat dat precies is ben ik nog niet achter. Het laat zich het best verwoorden als een grote passie voor het helpen van mensen. Mensen die door de situatie waar zij in zitten een helpende hand nodig hebben. De eerste rode draad.

Eten

De tweede rode draad is eten. Waar ik soms geen eten had en andere momenten vijftien kilo te zwaar was is eten altijd aanwezig. Iedereen heeft eten nodig. Het doet superveel met ons. Alleen het ruiken van de pot eten van je moeder of oma trekt een la aan herinneringen en gevoel open.
Na mijn eervol ontslag begin ik een stukadoorsbedrijf. Als ZZP-er smeer ik alles aan wat nodig is. Vooral mijn broek en de steiger worden wit. Dit weet ik jaren vol te houden. Eten komt weer terug. Ik ga een paar keer helpen bij Merel op school. We gaan pannenkoeken bakken met de leerlingen…
Eén van de jongens heeft geen vertrouwen in zichzelf. “Ik kan dat toch niet?!”. Een uur later staat hij met twee pannen tegelijk de pannenkoeken door de keuken gooien. Hoe trots was hij? Ik hoop net zo trots als ik verbaast. Verbaast dat ik hier zo blij van werd! Om een kort verhaal lang te houden. Ik besluit met wat hulp dat dit een weg is om te bewandelen. Werken met mensen die geduld en vertrouwen nodig hebben. Dat is wat ik ga doen. Hoe? Als horeca-docent op het praktijkonderwijs. Superleuk toch?!

Woonbegeleider

Op naar de koksschool en zoeken naar een werkplek. Nu blijkt dat de horeca niet zit te wachten op een leerling van 38 die niet geremd is door enige ervaring in de keuken. Gelukkig krijg ik een kans bij het IJsselpaviljoen in Zutphen. Het is wennen. Ander salaris, meer uren, naar school, eerste kind. Ik leer een hoop dit jaar over de horecakeuken. Na het halen van mijn eerste diploma (supertrots) mag ik in een andere keuken gaan werken. Geen tapas maar a lá carte. Echt een andere sport. Het is lastig om het plan niet uit het oog te verliezen want koken vind ik echt heel, héél erg leuk! Ik blijf zoeken naar een ingang om de overstap te maken naar het onderwijs. Weinig te vinden. Wel zie ik een vacature. Philadelphia zoekt een woonbegeleider. Idee? De opleiding past in het plan… Beter salaris en minder uren…. Check! Ik solliciteer. Gelukkig zit deze organisatie te springen om mensen zoals ik. Enthousiast, levenservaring en de wil om een opleiding te doen. Ik voel mij op mijn plek bij deze organisatie en de bewoners waar ik mee mag werken. Ik krijg het gevoel dat het nu kan gaan beginnen. Alles wat ik geleerd heb in de afgelopen 41 jaar mag ik nu gaan inzetten. Binnen Philadelphia gaat de tijd als een speer maar daarover in deel twee meer.

Is dit mijn plek?

Wederom niet geremd door enige kennis of ervaring ga ik aan het werk als begeleider. Als leerling bij het cluster intensieve zorg van Philadelphia. Een kleine drie kwartier rijden tussen de weilanden aan de rand van landgoed Twickel. Eén begeleider op vier bewoners. Het is stevig aanpoten en het is vaak niet makkelijk. Gelukkig heb ik een aantal fijne collega’s die mij helpen met te leren omgaan met alles wat er voorbij komt. Diezelfde collega’s maken het mogelijk voor mij om alles uit mijzelf te halen. Iedere dag leer ik weer een hoop. Waarschijnlijk nog wel het meeste van de bewoners. Ik kan er niets aan doen maar ik sluit ze in mijn hart. Twee weken voor ik deze blog schrijf is, laten we haar Joséé noemen, overleden. Ik troost mij met de gedachte dat zij rust mag vinden.
In maand zes van mijn contract kan ik mij aanmelden voor een projectgroep. We gaan onderzoeken hoe wij onze bewoners onderdeel kunnen laten zijn van hun omgeving. Vooral zoeken naar het samen doen met de lokale ondernemers. Hier komt eten weer om de hoek kijken. De lokale ondernemers waar wij contact mee leggen zijn namelijk boeren. Ik word alweer enthousiast. Op 11 mei 2018 verhuizen wij met onze locatie naar een nieuwe locatie (Grasland) in Brummen. Mijn tweede diploma behaald (Trots!) en een nieuwe functie. Coördinerend begeleider en de mogelijkheid om HBO social work te gaan studeren.

Wat een energie!

De start van een nieuwe groep is interessant. Samen met het team de bewoners leren kennen. Allemaal bijzondere mensen. Ik bedoel ten eerste de collega’s. Wat een bevlogen mensen! Ieder op zijn of haar manier denken en doen om het beste in de bewoner omhoog te halen. Bijzonder fijn om weer te werken in een team. Iedereen staat voor elkaar klaar. Voor de lach en een traan. De bewoners zijn net zo bijzonder. Ze dragen bijzondere verhalen die ze met ons delen. Dit is waar ik voel dat ik iets kan betekenen. Een luisterend oor, grenzen stellen, samen koken, samen boodschappen doen en overzicht krijgen in het leven. Er echt zijn voor de mens. Geen dag is hetzelfde. Mensen zeggen dit wel vaker maar écht, geen dag is hetzelfde. De korte keten breid zich ondertussen uit. We hebben de samenwerking gevonden met een lokaal initiatief, twee boeren, een naburige locatie én een collega zorgverlener. Iedereen heeft hetzelfde doel. Wil ik het in één woord samenvatten dan kies ik voor SAMEN.
Wat krijg ik een energie van wat dit project gaat betekenen. Covid-19 heeft ook hier zijn invloed. We kunnen even niet bij elkaar op bezoek maar dat maakt het zoeken naar oplossingen niet minder.

Nu terug naar de titel: Zit ik op mijn plek?
Kan ik echt iets betekenen in het leven van anderen? Check
Kan ik mijn kern, voeding, inzetten om mensen meer met zichzelf en hun omgeving in contact te brengen? Check

Ja, ik zit hier op mijn plek…

Fysiotherapeute, afdelingsassistente op de intensive care én een nieuwe uitdaging als physician assistant (PA) in opleiding op de afdeling anesthesie. Dat het leven zo bewogen kan zijn, ervaart Jill Muijrers (29) aan den lijve. Zeker in het afgelopen jaar. Tijdens de eerste coronagolf was zij werkzaam als fysiotherapeute in het Viecuri. Tevens werd ze gevraagd voor een functie als afdelingsassistente op het IC. Hedendaags is zij werkzaam in het Maastricht Universitair Medisch Centrum (MUMC) als PA in opleiding anesthesie. Zij was één van de medewerkers die de eerste en tweede golf van dichtbij heeft meegemaakt, in de frontlinie. Hoe heeft zij dit beleefd?

Fysiotherapeute

Op 21-jarige leeftijd ben ik begonnen aan de opleiding tot fysiotherapeute. Tijdens deze studie ontdekte ik mijn liefde voor het ziekenhuis en het werken in het medische domein. Als fysiotherapeute heb ik dan ook voornamelijk gewerkt in de tweede lijn. Hier was ik nauw betrokken bij de kortstondige revalidatie van patiënten. Ook werd beoordeeld of de patiënt weer veilig en zelfstandig naar huis kon, thuiszorg nodig was of korte revalidatie met opname geïndiceerd was. De basisvaardigheden werden samen geoefend. Zo werd er geoefend met traplopen, zitten en opstaan, en het juist bewegen van een gewricht. Ook ademhalingsoefeningen, of op de juiste manier uit bed komen werd geoefend. De ervaring die ik hier heb opgedaan zorgt voor een stevige basis aan kennis over het menselijk lichaam en het functioneren hiervan.

Afdelingsassistente IC in Viecuri

Tijdens de eerste coronagolf viel het fysiotherapeutische werk praktisch stil, buiten de fysiotherapie voor de mensen die drastisch achteruit zouden gaan zonder therapie. Het was een gekke, verdrietige maar ook ontroerende tijd. Ik werd gevraagd om uit te helpen als afdelingsassistente op de IC.
Op de IC in het Viecuri heeft iedere patiënt een kar en kast bij het bed waar de dagelijkse verzorging uit gehaald wordt. Dit kunnen handdoeken, pleisters, handschoenen, zoutoplossing of plakkers zijn. Maar ook producten om een infuus of de beademingsslangen te verwisselen. Daarnaast hielp ik ook met het draaien van patiënten van ruglig naar buiklig of visa versa.
Waar ik normaal een werkweek had van maandag tot en met vrijdag tussen 08:00-17:00 uur fluctueerden deze werktijden tussen 07:30 en 23:30 uur op elke dag van de week tijdens corona. Maar ook dit heb ik nooit als een last ervaren.
Er waren mooie momenten, waarbij gezinsleden ons bedankten met kaartjes, vlaai en nog meer lekkers voor de goede zorgen van hun geliefde. Maar ook minder mooie momenten waarbij we met rouwkaartjes overstroomd werden.
Het meest aangrijpende moment vond ik toen ik gebeld werd of ik een bodybag wilde brengen. Alsof het alledaagse kost was. Voor medewerkers van de IC was het waarschijnlijk ook wat minder apart dan voor mij. Als fysiotherapeute kom je normaliter ook niet in aanraking met deze situaties.
Wat heel fijn was hier in het Viecuri is dat er over alles gepraat kon worden. Over de leuke dingen, maar ook over de verdrietige dingen. Na een tijdje hoorde ik echt bij het team en wist het team wat ze van mij konden verwachten. Ik voelde me ontzettend gewaardeerd als persoon en dankbaar dat ik tijdens deze bizare tijden deel uit mocht maken van deze hechte groep.

Physician assistant in opleiding

Één September jongstleden ben ik gestart met de opleiding tot PA anesthesie aan de HAN te Nijmegen. Maar wat is een PA eigenlijk en welke werkzaamheden horen daar nu bij? De kans is vrij groot dat je er nog niet van gehoord hebt. Dat komt waarschijnlijk doordat het een vrij nieuw beroep is. Een PA voert zelfstandig, onder eindverantwoordelijkheid van een arts, verschillende medische taken uit. De medische basisvaardigheden, zoals een anamnese (het gesprek over de reden van komst), lichamelijk onderzoek en het behandelen van mensen met veelvoorkomende aandoeningen of ziektes, zijn taken die hiertoe behorende. Het is een pittige maar ontzettend interessante opleiding. Deze post-HBO opleiding bevat 60% van de kennis van de opleiding tot basisarts, een universitaire studie die zes jaar duurt. Mijn opleiding dien ik binnen 2,5 jaar afronden. Dat is dus best een uitdaging. Gemiddeld investeer ik dan ook ongeveer 20 tot 25 uur per week aan mijn studie naast mijn 36-urige werkweek op de afdeling anesthesie.

Nu we middenin de tweede golf zitten wordt het ziekenhuis steeds zwaarder belast. Voor de kerst heb ik gelukkig mijn eerste stage kunnen afronden en zou het de bedoeling zijn om vanaf 5 januari mijn werkzaamheden weer te hervatten op de afdeling anesthesie. Echter ziet het er nu naar uit dat ik waarschijnlijk moet helpen in de COVID-zorg en dat mijn handen ergens anders nodig zijn. De tijd zal het leren…

Als PA sta je dichtbij de arts en is het belangrijk om goed te communiceren. Een wereld is voor me open gegaan sinds ik deze functie mag bekleden. Mijn collega artsen zijn enthousiast over deze nieuwe functie en nemen me graag mee op sleeptouw om nog meer te leren.
Doordat deze opleiding nog vrij onbekend is ben ik begonnen met een instagrampagina.
– @Lifeofa.pa.student –

Ik krijg sinds de start van deze opleiding namelijk veel vragen hierover. Wil jij hier ook meer van weten? Neem dan zeker even een kijkje. Hier neem ik je mee in mijn opleiding, de werkvloer en laat ik je de weg zien van een BSc fysiotherapeute naar een MSc PA.

Ik ben Julian Hooikaas, geboren in 1998 dat is nog heel jong voor een zorgverlener. De zorg heeft me niet altijd getrokken, ik wilde trein machinist worden tot het moment daar kwam dat ik maatschappelijke stage wilde gaan lopen in een verpleeghuis. Ik leerde een andere wereld kennen, een wereld vol hectiek, een wereld vol geluk maar soms ook van verdriet.

De zorg heeft me getrokken en zo begon ik aan mijn reis naar de wereld van een verzorgende. Ik heb de wereld naar een verpleegkundige ook geprobeerd, het beviel niet en hoe graag ik het ooit ook word blijf ik voor nu graag een goede verzorgende.

Van verpleeghuis tot psychiatrie en het ziekenhuis, ik ben werkzaam geweest in elk facet en ik weet precies wat er waar van me verwacht word. Dat maakt het voor collega’s simpel om samen met mij te werken. Ook ik ben niet alwetend dus ik hoor graag feedback en stel veelvuldig vragen als ik ergens niet mee bekend ben. Ik hou van een open werksfeer met daarin een teamverband maar ik ben ook zeker voor individualiteit.

Broeder Sjuul

De merknaam broeder Sjuul is ontstaan in mijn opleidingstijd, in mijn stage op de PG afdeling was Julian vaak niet te onthouden voor mijn cliënten/bewoners, Julian werd langzaam Juul en later Sjuul. Daarnaast riepen veel cliënten/bewoners gewoon Broeder, hier komt Broeder Sjuul vandaan. Toen ik zzp’er werd is broeder Sjuul een onderdeel van mijn leven geworden.

Het IJskonijn

Zorgverleners kennen mij als het ijskonijn, ik maak soms hele harde grappen die eigenlijk nog maar net kunnen. Ik kan ijskoud en zonder enig greintje gevoel naar een patiënt kijken. Ik kan mijn werk doen zonder dat ik daarbij word gestuurd door een mening, gevoel of andere factoren. Een ijskoude klinische blik, waardoor ik de constante stroom van ziektes, dood, verdriet, pijn en andere nare gewaarwordingen aan kan. Ik maak soms gekscherend de opmerking dat ik geen hart heb maar een vakje waar ik mijn autosleutels in op kan bergen.

Ik heb dan naast de titel Verzorgende IG de namen Broeder Sjuul en zuster, ook nog de bijnaam Lucia de B 2 omdat ik in de terminale zorg werk, het ijskonijn omdat ik die ijskoude gevoelloze klinische blik heb en de beroepsidioot omdat ik alles wil leren en doen.
Er zijn de afgelopen maanden maar drie mensen geweest die door de ijskoude blik drongen en me lieten huilen, de eerste was net voor covid-19 zijn intreden deed in Nederland.

Thea

Thea een jongedame van 43 jaar oud ligt voor mij te sterven, ik heb familie gebeld (Henk van 42, Milou van 6 en Mirjam van 7). Ze komen met gierende banden naar ons toe, zijn vrouw en hun moeder was zo snel zo hard achteruit gegaan dat ik het geen uur meer geef. Het is een kwestie van kwartieren voor Thea zal komen te overlijden.

Ik ken deze mensen goed, een maand of 4 daarvoor waren ze hier ook voor het zelfde. Maar Thea wilde nog niet dood en de verlenging van het leven wordt gespeeld. Vier maanden van afscheid. Zachtjes hoor ik achter mij de deur open gaan en samen met Henk komen de kinderen binnen, ik leg Henk uit wat ik denk en dat hij natuurlijk altijd kan bellen als hij mijn hulp nodig heeft.

Voor ik weg loop komt Mirjam naar me toe en zegt: “Gaat mama dood?” ik antwoord dat ik dat wel denk maar dat ze maar moet kletsen tegen mama want dat hoort ze nog wel. Ik blijf even kijken en hoor Mirjam zeggen: “Het is goed mama, we worden wel gelukkig met zijn drieën. Je hoeft niet te vechten.” Alsof ik een dolk door mijn ruggengraat heen kreeg schoten de tranen in mijn ogen, ik wist niet hoe snel ik die kamer uit moest komen en de post in moest rennen waar ik als klein kind heb zitten huilen, mijn collega’s die geschrokken naar me keken vroegen wat er was en ik kon het niet over mijn lippen krijgen welk beeld ik voor mijn ogen zag.

Tom

De tweede die me heeft laten janken was Tom. Jullie weten nog wel die patiënt met zaadbal kanker (niet? Lees het hier). Hij vertelde ’s middags dat veel van zijn vrienden niks van zich lieten horen, ik heb anderhalf uur over zijn leven zitten praten. Het is de volgende dag dat ik hem om 7 uur, (lig je in het ziekenhuis moet je nog vroeg je nest uit) uit zijn bed sta te trommelen. Ik zeg: “en goed geslapen?” en hij zegt “ja dankjewel,” Tom doet me denken aan iemand dus ik vind het al wat lastig. In een split second staat hij op en in zijn onderbroek geeft hij mij een knuffel en zegt: “Dat je de tijd voor me hebt genomen.”

Mijn ogen zijn vochtig als hij me loslaat uit die knuffel en ik excuseer me dat ik even wat moet doen. Daar kwamen de waterlanders weer, het enige wat ik kan denken is: ‘doe normaal jij melancholische gek, niet janken.’ Maar die knuffel zorgde ervoor dat het complete Antarctica rond mijn hart smolt en ja dat smelt water moest ergens heen. Met dikke rooie ogen van het janken loop ik terug en doe de metingen, ik zeg alleen maar ‘sorry’ en hij zegt ‘Geeft niks, ik snap het.’

Omdenken in de zorg: daar kunnen we beter niet over praten. We kunnen het gewoon maar beter doen. Hoe dan? Door de rollen om te draaien. Door iedereen met een verantwoordelijkheid in de zorg zelf te laten ervaren wat zorgafhankelijkheid met je doet als mens. Binnen de belevingstraining van De Keerzijde draaien we gewoon voor een dag de rollen om. Deelnemers worden zelf verzorgd, verpleegd en begeleid vanuit een team ervaren zorgprofessionals uit de praktijk.

Het ontstaan van de keerzijde

Een paar jaar geleden trok ik samen met mijn zorgcollega’s de stoute schoenen aan. We huurden een huisje op een vakantiepark en zijn een weekend lang verpleeghuis gaan spelen. Vroege en late diensten wisselden elkaar af en de afspraak was: gebruik zoveel mogelijk de ervaring van de werkvloer en dus de handelingen, regels en de activiteiten van alledag. Ik werd van het ene op het andere moment bewoner en belandde in een systeem waar ik zelf geen regie meer over had. De verzorgenden (algauw zusters en broeders geheten) wisten veel beter dan ik wat goed voor mij was. Er ontstond al snel totale verbazing over mijn eigen gedrag en dat van mijn mededeelnemers. Ik raakte binnen een paar uur zwaar geïrriteerd, maar dat maakte de zusters en broeders niet uit. Komt wel goed Lieke, we gaan zo lekker eten. Ga jij maar vast de tafel dekken. Gedwee deed ik wat er van me gevraagd werd. Ik hoorde één van mijn mededeelnemers vragen of ze een glaasje water mocht pakken en ik dacht: Idioot, dat pak je toch gewoon?

Bizar

Bizar om te zien wat er met je gebeurt binnen een paar uur. En we hadden nog 45 uur te gaan! Ik dacht van tevoren dat het erg leuk zou worden. Immers: vertel mij niet na al die jaren hoe ik met mijn bewoners om moet gaan. Maar leuk was het op dat moment echt niet. Ik was binnen een paar uur gehospitaliseerd en paste me aan alles aan. Het was geen rollenspel meer, nee hier zat ik als mezelf. Gelukkig kregen we dezelfde avond met z’n allen nog even de slappe lach vanwege alle, zeer pure reacties van ons als deelnemers. Dat luchtte op. Even. Want daarna kwam de mededeling dat niet iedereen kon douchen de volgende morgen, er waren te weinig vroege diensten. Of we even een afspraak konden maken van wie in de avond en wie in de ochtend zou gaan douchen. De stoom kwam uit mijn oren, maar ik durfde het niet te zeggen tegen de zuster. ’s Avonds in bed lag ik een plan te bedenken hoe ik in de ochtend even heel snel stiekem kon gaan douchen zonder dat de zuster dat zou merken. Ik voelde met net een puber.

Afhankelijke positie

Gelukkig mocht ik uiteindelijk toch ’s ochtends douchen. Maar de zuster (weer een nieuw gezicht overigens) bleef er wel bij. Op aanwijzing van de zuster heb ik me keurig gewassen, in de goede volgorde. Toen ik bijna klaar was hoorde ik ineens: Goed zo Lieke! Dat schoot er heftig in bij mij en het enige wat ik kon denken was: En nu die badkamer uit! Maar ik zei het niet. Bang voor een weerwoord. Ik zat tenslotte in de afhankelijke positie, naakt en onzeker. De zuster aangekleed en alweer druk aan het overleggen met een collega over de volgende die mocht gaan douchen.
De dagen gingen zo door en ik schoot zelf van de ene emotie in de andere. Heel bijzonder om dat bij mezelf te ontdekken. De neiging om dingen stiekem te doen was erg groot (eens kijken wat de zuster dan gaat doen) wat natuurlijk voor deelnemers onderling regelmatig voor de slappe lach zorgde.

Bijzondere ervaring

Na een weekend midgetgolf, kaarten, niks doen en TV kijken (lekker makkelijk), continu in een groep verblijven (heel vermoeiend) en totale verbazing over mijn eigen gedrag was het ineens klaar. Het verpleeghuis werd weer een vakantiehuisje. De zusters en broeders werden weer gewoon mijn collega’s. Het werd tijd om alles op een rijtje te zetten. Wat een ervaring! Ik ben het tot op de dag van vandaag nog lang niet vergeten. De enige conclusie die we konden trekken was: deze bijzondere ervaring gunnen wij iedereen die werkt in de zorg als medewerker, manager, mantelzorger of vrijwilliger.

Wat leverde dat op?

Maar wat heeft het mij nou uiteindelijk opgeleverd? Veel, heel veel. Ik ontdekte dat ik tot dat weekend iemand was die graag alles onder controle wilde hebben. Door in deze situatie de controle uit handen te geven heb ik daarna de conclusie getrokken dat ik als mens helemaal niets onder controle heb wanneer ik zelf afhankelijk word van zorg.
Wat het mij verder gebracht heeft is het begrip voor mijn bewoners, maar zeker ook voor mijn eigen ouders. Zij raakten op dat moment steeds afhankelijker van thuiszorg en mijn moeder later van zorg in een verpleeghuis. Door continu in de gaten te houden dat zij hierin de bepalende mensen waren heb ik ze als mantelzorger de regie zo lang mogelijk laten behouden over hetgeen zij nog wel konden bepalen. Hoe klein dit ook was in de laatste fase van het leven, maar zo ontzettend belangrijk voor hen. Ik hoefde alleen maar even terug te denken aan mijn eigen 48 uur toen in dat weekend.
Omdenken in de zorg: ja, graag en wel nu.

In de corona zat ik noodgedwongen vier maanden thuis vanwege de sluiting van het casino. Al snel kwam ik erachter dat ik van nut wilde zijn voor de samenleving. Ik wilde me inzetten voor diverse doelgroepen in de samenleving.

In het dagelijks leven werk ik als croupier in een casino. Daar zie je vaak de mooie kant, een gezellig avondje uit in een ongedwongen sfeer. De bezoekers komen omdat ze er een gezellig avondje van willen maken. Meestal in een gezelschap om vooral veel plezier te hebben na een drukke werkweek.

Voldaan

Voordat we allemaal met corona te maken kregen, was ik actief als vrijwilligster bij het Toon Hermans Huis. Een inloophuis voor mensen die met kanker te maken hebben of hebben gehad. In mijn rol als gastvrouw heb ik kinderen, in de leeftijd van zes tot twaalf jaar, mogen helpen waarvan de ouders waren overleden aan kanker. Het heeft een hele hoop indruk op mij gemaakt, maar het heeft nog veel meer voldoening gegeven. Ik mocht er zijn voor kinderen in een van hun meest kwetsbare momenten in hun jeugd en dat voelde als een voorrecht. Ik zal nooit vergeten hoe de eerste keer vrijwilligerswerk voor mij voelde. Het heeft mijn ogen geopend voor hoe het leven kan zijn en hoe dankbaar ik wil zijn voor hetgeen ik allemaal heb ik mijn leven. Daarnaast is het gevoel om sterk te zijn, om iets te kunnen betekenen voor een ander, alleen maar gegroeid. Zeker in deze periode is het mooi om iets te kunnen betekenen voor de samenleving. Met mijn ervaring uit het verleden anderen helpen. Dat is het mooiste wat er is, dat geeft mij een voldaan gevoel!

Vroeger

Ik weet uit eigen ervaring dat het leven ook keihard kan zijn. We hadden het vroeger thuis niet breed en ik groeide op in een omgeving met veel geweld, verslavingen en criminaliteit. Liefde en warmte heb ik nauwelijks tot niet gekend en ik voelde me daarom getekend voor het leven. Het heeft ervoor gezorgd dat ik een aantal jaar geleden in een heftige depressie ben terecht gekomen. Maar ik heb me eruit geknokt en ik ben er sterker uitgekomen dan ooit. Ik wilde me niet meer laten beperken door die heftige tijd, want die is namelijk voorbij.

Corona queen

Net zoals de rest van de wereld was het voor mij ook even zoeken. Mijn werk als croupier stopte abrupt vanwege corona. Maandenlang is het casino gesloten gebleven, uitgerekend nadat ik twee jaar had geknokt om uit mijn depressie te komen. Ik had voor mezelf besloten om mijn taken als vrijwilliger uit te breiden. Bij ontmoetingscentrum Beytna, waar ik voor de pandemie al actief was, mocht ik mijn werkzaamheden uitbreiden. Elke dinsdag kookte ik met een clubje vrijwilligers voor ongeveer dertig tot veertig ouderen. Daarnaast heb ik me aangemeld bij vrijwilligersorganisatie NL Voor Elkaar om boodschappen te bezorgen, kleding te sorteren, lekkers te brengen bij de vrijwilligers van de fietsenstalling in de binnenstad, kaartjes sturen aan eenzame ouderen, aan de slag bij een zorgcentrum en nog veel meer. Stil zitten is bij mij geen optie meer, zeker niet nu ik heb gezien hoe dankbaar mensen zijn.

Het vrijwilligerswerk heeft ervoor gezorgd dat ik me bewuster ben geworden van mijn grote sociale maatschappelijk hart. Het is aanleiding geweest om me verder te verdiepen in de sector van zorg en welzijn. Een carrièreswitch is wat mij betreft aanstaande en de eerste stappen zijn hiervoor genomen. Van mijn huidige werkgever heb ik een omscholingsbudget tot mijn beschikking gekregen. Daarnaast mag ik een dagen in de week bij Home Start (Humanitas) meelopen. Mijn hart gaat steeds sneller kloppen van de dingen die ik mag doen. Het is een ontdekkingsreis die me uitnodigt om steeds verder te gaan in het verleggen van mijn eigen grenzen. Ik durf, stap voor stap, meer te doen en dat maakt dat ik iedere dag mag genieten van wat ik doe: mensen helpen. Ik voel me gezegend voor alle mooie dingen die op dit moment in mijn leven gebeuren.

Jeugd en trots

Ik geloof dat er veel mensen zijn met een rugzak uit het verleden en zich kunnen herkennen in mijn verhaal. Ik hoop met dit verhaal ook anderen te stimuleren om zich in te zetten voor het welzijn van een ander. Wat vrijwilligerswerk met mij doet, is met geen pen te beschrijven en niet in woorden uit te drukken. Ik gun het een ieder die daarvoor openstaat.

Ik heb een doel, ondanks dat ik zelf geen moeder meer zal worden en geen liefde heb gekend vanuit mijn jeugd, wil ik mijn liefde voor kinderen en mijn levenservaring inzetten in de maatschappij om anderen te mogen helpen. Ik sta boven op de berg, kijkend naar het verleden, naar de toekomst, maar vooral naar het heden. Ik mag vandaag helpen en daar wordt ik gelukkig van.

´A true warrior at so many levels´

Introductie Birsen Basar

Mijn naam is Birsen Basar, 35 jaar en ik woon in Breda. 14 jaar geleden is bij mij op 21-jarige leeftijd de diagnose autisme vastgesteld. Voor deze website is mij gevraagd om een stukje over mijzelf te schrijven. Momenteel gaat het niet zo goed met mij. In de afgelopen weken zijn er bepaalde dingen gebeurd waardoor ik mijn zelfvertrouwen ben verloren.

Diagnose autisme

Ik heb op het Markenhage college in Breda gestudeerd waar diverse beroemdheden op hebben gezeten zoals Dj Tiesto en Sylvie Meis. De leraar zat hierover op te scheppen bij de diplomering van mijn HAVO-diploma. Ik vond het studeren niet moeilijk. Ik vond het moeilijker om aansluiting te zoeken bij klasgenoten. Ik wist niet wat ik moest zeggen en ik werd gepest. Ik had hierdoor geen zin om naar school te gaan. Ik zag andere meisjes bij elkaar zitten en vroeg mij af hoe zij dat voor elkaar kregen. Mijn ouders probeerden mij te helpen. Mijn vader was Turks leraar en kende leerlingen waaraan hij vroeg of ze vriendinnen met mij wilden worden, maar ook dat lukte niet. Op mijn 15de ben ik begonnen met de hulpverlening. Ik heb diverse sociale vaardigheidstrainingen gedaan maar mijn moeilijkheden bleven. Ik wilde eigenlijk een lerares Frans worden maar dat deed ik niet, want ik durfde niet voor een klas te staan. Het werd Management, Economie en Recht op de HEAO in Breda. Ook daar kreeg ik te maken met dezelfde problemen. Pas 10 weken voor mijn afstuderen werd de diagnose autisme vastgesteld.

Autisme ambassadeur

Ik had zelf nog nooit gehoord over autisme. In de boeken werd het omschreven als een stoornis waar voornamelijk kinderen mee te maken kregen. Pas nadat ik boeken ging lezen van andere jongvolwassenen met autisme en ging naar ontmoetingsavonden herkende ik mij erin. Ik kwam voornamelijk Nederlandse jongvolwassenen met autisme tegen, geen Turkse. Ik wilde ook Turkse jongvolwassenen met leren kennen om ervaringen uit te wisselen maar die waren er niet. Toen ging ik op zoek online maar daar geloofden ouders uit Turkije niet dat ik autisme kon hebben omdat ik mijzelf kon uitdrukken en een opleiding had voltooid. Ik begreep dat ze in Turkije op het gebied van autisme nog niet zo ver waren. Ik besloot om een boek te schrijven om te vertellen over mijn ervaringen met autisme. Het was erg moeilijk om het boek uitgebracht te krijgen. Het boek kwam uit in 2010 in Turkije, België en Nederland. Niet lang daarna begon ik tegelijkertijd met het geven van presentaties. In Nederland ging dat erg goed. In Turkije moest ik eerst een sponsor regelen voor mijn vliegreizen. In Turkije heb ik inmiddels in 40 provincies van de 81 gepresenteerd. Mijn doel is nog altijd in alle provincies van Turkije te presenteren. Ik vind het erg leuk om te doen omdat ik mensen echt iets leer over het autisme en ik krijg heel liefde van hen terug. Dat is gewoon onbetaalbaar. Vanaf 2014 ben ik ambassadeur van de Nederlandse Vereniging voor Autisme. In 2017 ben ik tevens gekozen als de meest inspirerende persoon met een beperking in Nederland door het winnen van de Gouden Venus van Milo. In hetzelfde jaar heb ik tevens van president Erdogan van Turkije een prijs ontvangen voor mijn autismewerk in Turkije. Door corona kan ik niets meer doen voor autisme, maar via Internet onderhoud ik nog steeds contact met ouders. Zodra het kan wil ik weer gaan touren, want ik mis het contact echt. Ik denk erover om nu via ZOOM te presenteren.

Begeleider worden

Na zoveel jaren te hebben gepresenteerd, wilde ik wat verder gaan. Tijdens presentaties stelden ouders verregaande vragen over het autisme. Deze vragen gingen niet meer over mij maar over hun kinderen. Ouders konden dan vragen stellen hoe zij hun kind dan het beste konden helpen. Ik wilde daar iets mee gaan doen. Ik ben eerst de opleiding tot autismespecialist gaan volgen in België. Ik leerde daar echt wat het autisme is en ik ging voor het eerst werken met mensen met autisme en een licht verstandelijke beperking. Daarna heb ik een aantal jaar NLP gedaan. Ik heb 1 jaar gewerkt op een school voor speciaal onderwijs. Ik ging daarna werken bij een jeugdzorginstelling in Alkmaar en al mijn collega’s hadden de vereiste papieren. Mijn rol als ervaringsdeskundige werd als toegevoegde waarde gezien maar de vraag was steeds hoe en wat. Ik irriteerde mij daaraan. Het viel mij op dat als het op mij aankwam collega’s vaker moesten overleggen hoe ik een rol in de casus kon hebben. Uiteindelijk nam ik het besluit om dat verschil uit te doven door nog een hbo-opleiding te doen want dan zou ik hetzelfde diploma hebben en zouden de verschillen niet meer bestaan. In april 2019 heb ik mij ingeschreven voor de Hbo-opleiding SPH tot Jeugdzorgwerker bij het NTI. Ik dacht dat de opleiding 4 jaar zou duren, maar dat is niet zo. Je kunt op je eigen tempo studeren. Anno februari 2021 ben ik reeds bezig met afstuderen. Dat zou ik twee jaar geleden niet hebben gedacht en verwacht. Ik vind het leuk om de studie te volgen want ik leer er veel van. Mijn afstudeeronderzoek gaat over hoe de draagkracht van ouders van jeugdigen met autisme vergroot kunnen worden. Ik vind dat erg interessant.

Zelfvertrouwen verloren

Voor mijn opleiding moest ik stagelopen bij een instelling en dat heb ik gedaan. Zij boden mij een contract aan. Ik kreeg een 1-jarig contract en afgelopen januari was mijn proeftijd. Ik hoorde op 26 januari 2021 van mijn senior dat ik mijn proeftijd had gehaald en 3 dagen later stuurde ze om 23:24 dat ze mij een contract van vier maanden wilde aanbieden. Ik was er kapot van, ik heb tot in de ochtend gehuild want ik begreep niet waarom. Ze bleek later alsnog toch nog twijfels te hebben over mij: maar kon ze dat niet gewoon eerder aan mij uitleggen en de tijd voor nemen i.p.v. zo’n berichtje te sturen. Ik mocht terugkomen als ik wilde met een contract van 4 maanden maar dat heb ik niet gedaan. Ik had er geen vertrouwen meer in, want voor hetzelfde geld moest ik over vier maanden alsnog oprotten. Sindsdien ben ik depressief, heb geen zelfvertrouwen meer. Sowieso word ik bij sollicitaties meestal afgewezen. De reden is dan meestal dat ik onvoldoende ervaring heb of dat andere kandidaten beter aansluiten bij het profiel. In december werd ik nog afgewezen door een instelling voor autisme omdat ik onvoldoende gewenst sociaal communicatief gedrag zou kunnen vertonen. Ze wilden mij niet eens een kans geven. Daar moest ik ook heel erg om huilen. Soms vraag ik mij af of deze sector nog wel een goed idee is voor mij. Het vraagt aan de ene kant heel veel energie van mij om sowieso met collega’s en cliënten om te gaan en aan de andere kant om met deze teleurstellingen om te gaan. Ik heb daar geen zin meer in. Ik dacht als ik mijn diploma ook had behaald en de vereiste SKJ-registratie dat ik dan niet anders zou worden gezien. Dat is dus niet zo. Daar heb ik mij lelijk in vergist. Ik heb dan spijt dat ik een hele hbo heb gedaan. Het lijkt dan allemaal voor niets. Soms heb ik dan weer die momenten en denk dan dat ik beter informatica had kunnen studeren want met computers is er geen gezeik, die zijn zoals ze zijn. Bij mensen weet je het nooit. Ze kunnen zomaar opeens veranderen. Daar vind ik het zo moeilijk mee om te gaan.

Toekomst

Ik postte de post op Linkedin toen ik mijzelf erg down voelde. Ik twijfelde of ik dat moest doen, omdat ik mijzelf niet voor schut wilde zetten. Ik wilde daarna mijn Linkedin uitzetten en niet meer kijken omdat ik bang was voor de reacties van mensen. Wat ik zag was echter niet wat ik had verwacht. Ik heb zoveel steun gekregen van mensen die hebben gezegd dat ik niet moet opgeven en die zo aardig zijn en mij positieve energie geven. Ik heb daar de afgelopen dagen zoveel behoefte aan gehad. Ik ben daar zo blij mee. Ik hoop dat er uit die reacties misschien iets mooi zoals een nieuwe baan uit kan komen. Ik heb niet heel veel eisen voor een werkgever maar ik zou het liefst met mensen met autisme willen werken omdat ik daar affiniteit mee heb en een werkgever die mij accepteert zoals ik ben. Natuurlijk zal ik mijzelf ook blijven proberen om te ontwikkelen. Het liefst omgeving Amsterdam of Breda. Ik ben bereid wat verder te reizen als het de baan van mijn dromen is.

Nogmaals iedereen bedankt voor de lieve reacties!!

Sinds vroeger al een interesse in helpen

“Als kind bekommerde ik me al om gewonde vogels en om kinderen die gepest werden. Toen ik een jongen wilde aanpakken, die altijd hetzelfde meisje pestte, resulteerde dat in een gapende wond onder mijn kin. Hij gooide het schoolhek dicht, terwijl ik hem achterna fietste. Hij was daar zo van geschrokken, dat hij nooit meer iemand gepest heeft.

Terugblik: Begin jaren negentig

…Ging ik na het voltooien van de MEAO bij een voedingsbedrijf in Zwijndrecht werken. Als verkoopbinnendienst medewerker vond ik al gauw mijn plaats. Heerlijk om met verschillende mensen en culturen te werken. Na een jaar of 8 bood het hoofdkantoor in Naarden mij een baan aan, op de verkoopafdeling. Ook daar vond ik snel mijn plaats. Ik ben een mensenmens en ben redelijk avontuurlijk ingesteld. Ik verhuisde naar Huizen en woon daar al 22 jaar vlakbij het Gooimeer. Al na anderhalf jaar bood het bedrijf mij een baan in een groot ICT project aan. Het avontuur lokte en ineens werkte ik in Kent, vlakbij Dover. Het zaadje voor mijn consultancy leven was geplant. Lang verhaal kort; in 2006 ging ik de consultancy in.

Beroep veranderen: Van (ICT) consultant naar zorgverlener?

Als senior en later managing consultant, project manager en leidinggevende heb ik met heel veel plezier keihard gewerkt. Ook hier voelde ik me als een vis in het water. Het contact met verschillende culturen en alle lagen uit het bedrijfsleven zorgde dat ik het leuk vond. Ook al betekende dit dat ik minimaal 60 uur per week werkte. Door privé omstandigheden strandde mijn ICT avontuur; de zorg voor mijn inmiddels ex-vrouw en de drukke baan trok alle energie uit me. Al bijna een jaar had ik lichamelijke klachten vanwege mijn ziekte van Crohn. Ik negeerde het stelselmatig. Ruim vier maanden zat ik in de ziektewet. Dit was de beste beslissing in lange tijd. Mijn klachten verdwenen als sneeuw voor de zon. Stress was killing.

Het besef dat het tijd was om het roer om te gooien, groeide. In overleg met mijn toenmalige werkgever heb ik me per eind 2017 laten ontslaan. Voor het eerst in 30 jaar ontdekte ik de wereld van de WW. In overleg met het UWV heb ik afgesproken dat ik voor mezelf wilde beginnen. Tijdens mijn ICT leven, durfde ik dat niet, terwijl ik een ervaren consultant was. En nu ging ik ‘iets met mensen’ doen. Geen idee wat precies. Hoe vaag kon ik zijn?

”Wilde ik dit echt gaan doen?”

Om me te oriënteren heb ik lezingen over dementie bijgewoond, ik ging naar congressen. Verder bouwde ik mijn LinkedIn netwerk uit van 400 mensen naar inmiddels 2000 mensen. Ik maakte afspraken met mensen om meer te leren over zorg en keek bij bedrijven in de keuken. Ook gaf ik zelf een lezing “just do it” aan zij-instromers in de zorg. Eind 2017 heb ik me ingeschreven bij het vrijwilligersplatform huizenvoorelkaar.nl. Wilde ik dit echt gaan doen? Dan misschien een goed idee om als vrijwilliger te beginnen.

Ervaringen met cliënten

Twee dagen na inschrijving zat ik koffie te drinken met een man, die graag naar musea gaat. Een week later reed ik hem, als vrijwilliger, in zijn Rolls Royce (met invalidekaart) naar een museum. Ik viel met mijn neus in de boter. Haha, dit wist ik ook niet van tevoren. Er ontstond een hechte band. Ja, ik vond het leuk ‘werk’. Mijn inschrijving bij Saar aan Huis resulteerde in een opdracht bij een ouder echtpaar in Blaricum. Hij had dementie en zij Parkinson. Ik kookte drie keer per week voor hen en deed lichte huishoudelijke klusjes. Het praatje met hen, het er ‘gewoon’ zijn, werd erg gewaardeerd. Heel fijn om te doen. Ook was ik ingeschreven bij Home Instead, maar had nog geen opdracht.

Heel graag schrijf ik over mijn ervaringen op mijn zelfgebouwde website en LinkedIn. Een vrouw zag mijn blogs via LinkedIn en zag in mij de ideale aanvulling in het zorgteam van haar vriend, die ALS had. Ik vertelde hem tijdens het kennismakingsgesprek, waar ik tegenop zag, dat ik hem niet als een zielige man zag. Ik zag een krachtige autonome man, die aan het leven hing. Dit zorgde direct voor een goede klik.

Mensen wassen?

Nog kort daarvoor riep ik, dat ik geen mensen wilde wassen, niet in de weekenden en avonden wilde werken. Et voila… ik deed het allemaal en met liefde. Ik leerde omgaan met een tillift, een sondepomp, de letterkaart, spraakcomputer, een douchestoel, een nekkraag en zo veel meer. Het klikte goed tussen deze man en mij. Verder was ik beheerder van zijn PGB, stuurde het zorgteam aan en had contact met allerlei instanties. Een pittige tijd en na zijn overlijden heb ik gesproken op zijn crematie.

Via via kreeg ik een nieuwe opdracht. Sinds januari 2019 werk ik bij een man (van mijn leeftijd) met de spierziekte Myotone Dystrofie. Het klikt goed. Ik was hem, kleed hem aan, help hem met douchen, houd hem gezelschap en doe hand en spandiensten in en om het huis en meer. Via Home Instead heb ik een oudere man van 90 gezelschap gehouden. We deden samen boodschappen en dronken in de supermarkt koffie samen met andere ‘hangouderen’. Ook ben ik in maart 2019 via hen begonnen bij een man met Parkinson. Een energieke levenslustige kerel van eind 50, die een enorme wil heeft om te leven.

”Ik doe het werk waar zorgprofessionals niet aan toekomen.”

Eind 2019

…werd ik door een vrouw benaderd. Zij zocht iemand in het zorgteam voor haar puberzoon. Toen deze jongen drie maanden oud was, kreeg hij hersenvliesontsteking. Sinds die tijd is hij hulpbehoevend. Ik zie hem niet als verstandelijk beperkt. Het is een lieve jongen, die veel begrijpt en aanvoelt. Een plezier om gemiddeld zo’n 20 uur per week met hem te werken. In april 2020 werd ik benaderd door een vrouw uit Haarlem. Zij had me gevonden via Google. De blogs spraken haar aan. Sinds juni vorig jaar werk ik voor haar man. Hij is in de 70 en heeft Vasculaire Dementie en diabetes. Fijne mensen waar ik graag kom.

Frans de Lange, met die lieve puber waar hij sinds 2020 mee mag werken.

”Sinds ik als ontzorgverlener werk, heb ik geen stress meer.”

Bijna wekelijks schrijf ik een blog over mijn ervaringen. Uiteraard met toestemming van mijn cliënten. De mensen achter de aandoening krijgen met mijn blogs een podium. Ontzorgverlener is een term die ik nog niet eerder tegenkwam. Zo noem ik mijzelf. Ik doe het werk waar zorgprofessionals niet aan toekomen. Hartezorg noem ik dat. Er is hier ontzettend veel behoefte aan. Sinds ik als ontzorgverlener werk, heb ik geen stress meer. Het is erg fijn werk om te doen. Hopelijk mag en kan ik dit nog lang blijven doen.”

Waar het allemaal begon

Mijn fascinatie voor het gevangeniswezen ontstond al in mijn jeugd. Ik keek vaak gevangenisprogramma’s, detectives en andere spannende series. Ik kan me herinneren dat ik al vrij jong heb gezegd dat ik in de gevangenis wilde werken. Niet wetende wat dat zou inhouden natuurlijk.
De ene helft van mijn familie werkt in de zorg, de andere helft zit bij de politie. Beide kanten trokken me.

Tegen alle adviezen in, want “het verdient niet goed”, begon ik in 2011, na het behalen van mijn diploma, aan de HBO-V. Het grootste gedeelte van mijn klasgenoten was gedreven om aan de slag te gaan in het ziekenhuis. Het liefst op de kraamafdeling of de kinderafdeling. Die ambitie heb ik echter nooit gehad. Het mooiste vind ik om zorg te verlenen aan die mensen die het nodig hebben, maar niet altijd willen of verwachten.

”Ik vond het geweldig en overtrof al mijn verwachtingen”.

Ik heb van jongs af aan interesse in de ‘minder bedeelden’ in de samenleving. Altijd heb ik het bijzonder gevonden dat mensen op een bepaald punt in hun leven een verkeerde keuze maken, waardoor ze bijvoorbeeld dakloos worden of in detentie belanden. Uit ervaring weet ik inmiddels dat het lijntje dun kan zijn en de grens tussen ‘goed’ en ‘kwaad’ voor veel mensen lastig te bepalen is. Je bent die grens immers makkelijk over en terug is vaak een lastiger verhaal. Het is soms dan ook confronterend om te horen dat mensen die vroeger bij je in de klas zaten, wél het verkeerde pad op zijn gegaan en in de criminaliteit belanden.
Tijdens mijn HBO-V heb ik drie stages gedaan in de P.I. Leeuwarden. Ik vond het geweldig en overtrof al mijn verwachtingen. Nu kon ik toch de koppeling maken tussen beide werelden: de gevangenis en de zorg.
Na mijn afstuderen ben ik gaan solliciteren in de P.I. Zwolle en met succes: ik werk nu bijna 5 jaar op de medische dienst, heb de opleiding tot justitieel verpleegkundige gedaan en inmiddels studeer ik voor verpleegkundig specialist.

Veiligheidsaspecten: ”Kan ik er eventueel uit als iemand heel erg boos wordt?”

Wat moest ik daar aan wennen. ’s Ochtends binnenkomen: riem af, schoenen uit, jas en tas in de bak en door de scanner. Je weer aankleden, pieper pakken, sleutels pakken en door de lange gangen van de gevangenis naar de medische dienst lopen. 15 minuten voor je van de voordeur tot op je werkplek bent. En niet te vergeten: de hele dag geen telefoon bij je.
Ondanks dat ons werk grotendeels bestaat uit het verlenen aan zorg aan gedetineerden, is het natuurlijk belangrijk dat je rekening houdt met veiligheidsaspecten. Het is van belang dat je goed bedenkt waar je in een kamer gaat zitten. Kan ik er eventueel uit als iemand heel erg boos wordt, draag ik mijn pieper juist en liggen er geen potentieel gevaarlijke materialen op tafel. Ondanks dat dit heftig en spectaculair klinkt, is het vooralsnog een veilige en geweldige baan. Ik heb nog nooit op mijn pieper hoeven drukken en heb me zelden onveilig gevoeld.

De influencer GevangeniszusterSanne

Twee jaar geleden is er een oproep geweest onder personeel of je het leuk zou vinden om af en toe wat ambassadeurswerk te doen voor DJI (dienst justitiële inrichtingen). Dat leek me leuk: ik ben tenslotte trots op mijn werk en heb het enorm naar mijn zin. Niet wetende dat dit enorm veel publiciteit en werk met zich mee zou brengen. Inmiddels wordt ik door bewaarders gekscherend ‘influencer’ genoemd en word ik op die manier ook voorgesteld aan nieuw personeel. Ik ben en blijf natuurlijk gewoon verpleegkundige Sanne, maar ben inderdaad veel zichtbaar op onder andere sociale media. Ik hou me met name bezig op instagram op het account genaamd @gevangeniszusterSanne en ben inmiddels de 6300 volgers gepasseerd. Soms vind ik dat bizar: bedenk je eens dat er zesduizend mensen voor je neus zouden staan.

”Inmiddels wordt ik door bewaarders gekscherend ‘influencer’ genoemd”

Doel

Via sociale media wil ik meer bekendheid creëren over het werk in de gevangenis, zeker als verpleegkundige. Het is namelijk een geweldige werkplek met een doelgroep die nog altijd uitdagend is en ondanks alles ook gewoon recht heeft op goede zorg.